donderdag 19 augustus 2010

Latzfonser Kreuz Dolomieten Zuid Tirol


Latzfonser Kreuz (1)
Originally uploaded by ploerr
Oh, kon een mens maar stappen, stappen,
eindeloos over bergen en door dalen.
De vergezichten zijn niet te tellen,
de vermoeidheid ware ook bodemloos,
maar omdat zich na het ene panorama
het andere ontsloot, denk je, zou je kracht
krijgen om altijd maar verder te gaan.
Wereldreiziger zijn, wereldbewonderaar.

woensdag 18 augustus 2010

COCKPIT



Zeker al in de jaren 1580 duikt in Engeland het woord
cockpit op: een plek waar hanen tegen elkaar vechten.
Noem ze kemphanen, haantjes de voorsten.
Het ging er hevig aan toe! De pluimen stoven in het
rond, zoals je op dit pubsigg in London nu nog kan zien.

In de jaren zeventienhonderd is er al melding van het
woord in een afgeleide betekenis. Het stond voor een
compartiment waar zeelieden onderdeks verbleven.
Klein en benauwd natuurlijk - kunnen wij het ons wel
voorstellen, met relatief kleine zeilende tuigen op zee?

Het woord werd al spoedig ook gebruikt voor typische,
afgebakende gebieden waar vaak werd gevochten.
Belgiƫ bijvoorbeeld was zo een cockpit. En nog!

Omdat de ruimte in hun gevechtsvliegtuigen zo krap was,
noemden piloten uit de eerste vliegtuigen hun pilotencabine
met dezelfde symbolische naam. En zo is het tot
ons gekomen. Zo krap is een cabine voor de piloot niet
echt meer, maar het staat er wel boordevol knopjes.
He is haast een gevecht met het ingewikkelde
besturingssysteem, zeg maar.

In ieder geval: als je ook wel eens een nest met daarin
een aantal kamplustige jonge hanen hebt weten opgroeien,
kan je je levendig voorstellen hoe het er vroeger bij
de weddenschappen tussen kemphanen aan toe ging!

dinsdag 17 augustus 2010

Gaan en komen

Een mens leeft in vlagen, in fases. Er zijn golven van interesses

die komen en gaan en weer terugkeren. Soms speel je muziek.

Bij wijze van voorbeeld. Soms neem je foto's. Om maar iets te zeggen.

Je schrijft iets, in de een zijn geval. Zingt, in het geval van een ander.

Als je geluk hebt een paar dingen door elkaar.

Maar anders dus: dingen doen in vlagen,

omdat het tijd is voor wat oogst, omdat je er aan toe bent.

Als het op een bepaald gebied windstil is, steekt hopelijk

ergens anders een zacht briesje de kop op en kan je varen.

Gelukkig is er zelden helemaal geen zuchtje wind om je toch ergens

door te laten vervoeren.

donderdag 5 augustus 2010

VOORBEREIDSELEN VOOR DE NACHT

NACHT VALT. - AUTO'S
TREKKEN AL DROOMSLIERTEN DOOR DE
STRATEN VAN HET DORP.

Posted by Picasa

Gansjes


Er zijn vier nieuwe gansjes op de wei gearriveerd.
Ze waren nu groot genoeg, vond hun mama,
om op eigen pootjes te staan.
Oom Wiwi importeerde ze
van bij de buurman. Die had al een hele kudde
ganzen op zijn erf lopen. Het gekwaak daarvan
vond hij nu wel al genoeg.
Dus: hij gaf ze cadeau. In ruil: voor elke gans
een flesje wijn dat de buurman uit kon drinken.
's Avonds als hij tv keek met zijn vrouw.
Als er ganzen in een of andere film figureerden,
ging hij gauw even een glaasje water drinken
of een plasje doen. Gansjes had hij in zijn hele leven
nu al wel genoeg gezien.


Omdat de wei zo groot was
maakte nonkel Wi een stukje van de weide af.
Wat oude weidedraad om wat appelaars gespannen
om de draad zijn steun te geven.
Daar wat gepunte stokken tegenaan geklopt.
Twee oude golfplaten over elkaar voor hun hok.
Een oud plastiek badje uit zijn eigen kindertijd
werd een plonsvijver voor de vier nieuwe weidebewonertjes.





Een naam moesten ze ook hebben, fluisterde nonkel Wiwi
Kobe in het oor.
Met tante Lien bedacht hij hun vier namen.
Eenvoudig.
Plif Plof Plaf en Ploef werden afgeschoten.
Deed teveel aan hun grote ganzenpoten denken
die door het weidegras zouden ploffen en het helemaal
platwalsen.



Nee, liever dan:
Kwak, Kwek, Kwik en Kwok. Vier klinkers op een rijtje,
elk met zijn eigen aard.
Die zagen ze nu nog zo goed niet.
Oma stelde voor: schrijf op elk gansje zijn naam,
of zijn klinker.
Maar dat stond zo slordig op hun jonge, nette
jongeganzenvel. Ze zouden hen wel leren kennen
aan hun eigen eigenaardigheden.

Straks zou de eerste nacht in hun nieuwe wei
over hen vallen.
Nieuwe geluiden die ze nog niet kenden.
Een hok dat anders aanvoelde. Gras dat van een andere
soort en vol met andere bloemen was.

O, zo moederziel alleen die gansjes.
Gelukkig konden ze warmte zoeken bij elkaar.
En dat, dat deden ze ook.
Als je nu buiten, onder de maan, in hun hok gaat kijken,
liggen ze alle vier met hun halzen haast in elkaar
gekringeld te slapen. Nachtmerries hebben ze
niet, maar ook nog geen vrolijke dromen, toch.
Die zijn voor later.
Posted by Picasa

BUITENHUIS


JONGE GANSJES NU
MOEDERLOOS IN EEN GROTE
WEI. DAT WORDT HUN HUIS.

Posted by Picasa