De handelingen van het dagelijks leven verrichten.
Het bed openslaan. De tanden poetsen. Zich scheren.
Ontbijten. De deuren openen. De kamers luchten.
De afwasmachine leeg. Vegen.
Naar buiten gaan, de lucht opsnuiven.
Naar zijn werk vertrekken.
De fiets uithalen, trappen.
Zijn werk verrichten met aandacht en plezier.
Met de collega's praten. In het leven zijn.
Terugkeren en helpen koken.
Eten en pratend de dag overlopen.
Wat verder werken.
De afwas doen. Een wandeling.
Tv of een boek. Keuvelen met de huisgenoten.
Naar de maan gaan kijken buiten.
Het avondtoilet. Het bed in.
Lekker slapen.
Gewoon de handelingen van het dagelijks leven
verrichten als een weldaad.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten