Een geweldenaar,
dat wou hij soms zijn,
in de goede zin van het woord.
Iemand met veel kracht,
dynamisch, die bergen
kon verzetten.
Iemand die grootse idealen
zou verwezenlijken.
Iemand die een baken zou zijn
en anderen kracht zou geven.
Dat was buiten de waard gerekend,
de waard van de herberg
die zijn lichaam was.
Waarop hij hoopte zat niet in hem
op de manieren die hij verwachtte,
maar op andere manieren, subtielere misschien.
Die wou hij, koste wat koste, ontdekken.
Af en toe volgde hij al opgetogen
de belofte van een spoor dat hem
verder weg en tegelijk dichter bij zijn
steeds minder vaag vermoede doel zou leiden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten