woensdag 29 april 2009
Bloesem
Goed half april, en de fruitbomen komen al prachtig in bloei. Eerst zijn er de perelaars en kerselaars. Bomen met een bruidsjurk aan, wit en maagdelijk en onbevrucht nog, maar zoveel hoop en zoveel aantrekkingskracht en zoveel verwachting! Je gaat er onder staan, fijn kantwerk tegen een blauwblauwe lucht. Af en toe dwarrelt er een blaadje neer, want bloei, ook de prachtigste, is vaak zo kortstondig.
Dan volgen de appelaars, waar de knoppen ook een vleugje roze-rood zijn. Met het openbloeien wordt dat toverkleurtje steeds meer naar de rand toe gedrongen, en zal het haast helemaal verdwijnen in het wit van de volgroeide bloesem. Maar nu nog: kijken, kijken, de ogen uitkijken naar de oude, knoestige, zo wonderbaarlijk bloeiende appelaars in de boerenboomgaarden, of naar de aangeplante fruitkwekersbomen die strak en laagstammig gerijd staan tussen grastapijten vol madeliefjes en paardebloemen.
Je wandelt erdoor, lukraak, je kijkt links en rechts en bukt je naar onder en rekt je naar boven. Je bekijkt de bloesems tegen het decor van de lucht of het groene scherm van de bomen, tegen het bruin van omgeploegd land.
Er vloeit meer kleur ook in je gemoed, de tijd stroomt tegelijk weg, en je slaat en kijkt het beeld in je op, om het later weer op te kunnen roepen als inwendige kracht, als licht in duisternis: bloei en bloesem
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten