berk, els en lorketakjes bij elkaar sprokkelen om er het barbecuevuur mee aan te steken. ze zijn gedroogd in de zomerdagen en vlammen lekker weg. dan de kolen gloeiend. langzaam op hoge stand bakken, langzaam op trage stand eten. uit de groente op tafel kiezen, uit de wijnen in de fles. gezicht in de avondzon, gelach in de lucht, gepraat onder de hemel in het koninkrijk van onze dagen die lang en zalig zijn nu.
achteraf legt zoon een klein kampvuurtje aan met het inbrandsteekhout dat over is gebleven.
gewoon op een plek aarde waar de vlammen niet tot bij het droge gras of de gestoofde struiken kunnen. spelen met de vlammen, ze van de ene tak op de andere laten overlopen als waren het lieveheersbeestjes. in het avondduister alles zien wegdeemsteren, een beetje nachtelijke kilte die al valt als aarde gestrooid over het vuurtje dat zijn deel in de gezelligheid heeft gehad- dag vlammen, dag vlammende dag en dag nazinderende nacht.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten