Mijn God! Wat een paniek! Het lichaam wil niet meer mee zoals je het gewoon was. Het hapert, het laat het op sommige plaatsen meer dan je wil afweten, het geeft signalen dat het niet eeuwig en eindeloos is. Het kraakt, het stottert, het draagt en drijft je niet als toen je jong was. Wennen is het, en aanpassen, al wil je dat eigenlijk niet: je wil op het gewone ritme, aan de bekende stroming verder. Maar iets roept: "Halt! Kalmaan!"
Dat iets werkt ook op je gemoed, iets knabbelt met muizentandjes aan je zelfzekerheid in je dagelijkse handel en wandel waar het allemaal minder kleurrijk wordt. Je voelt je vernederd ook, klein gekregen, iets heeft je een hak gezet."Er is niets of niemand bij wie je kan gaan klagen," zeggen de mensen dan. Niemand zal je een nieuw en feilloos werkend product geven in ruil voor het haperende oude toestel. Niemand zegt: ik zet dit wel weer recht, dat komt wel weer helemaal in orde. Nergens kan je unieke schepping worden overgedaan.
Oplapwerk is er gelukkig wel door dokters, in klinieken. Dus moet je mee de ellende-file in, willens nillens. Afspraken maken, foto's nemen, onder de spuit, onder het mes, hopen op heilzame behandelingen, geneesmiddelen nemen met namen waarvan je wou dat ze niet alleen maar magisch en veelbelovend klonken.
Gelukkig dat het er allemaal is, gelukkig is een samenleving, merk je dan, goed georganiseerd, op allerlei zich steeds opnieuw aandienende noden gericht. Gelukkig hebben mensen voor dokter gestudeerd, hebben ze ervaring opgedaan, gelukkig zijn ze niet bang om alles van het lichaam onder ogen te zien, onder handen te nemen, bij te werken, op te lappen, een beetje beter weer te maken. Het stelt wat gerust, en het troost, en het geeft hoop. Al wordt het niet beter, we moeten soms leren tevreden zijn met minder slecht.
woensdag 29 april 2009
zondag 19 april 2009
Wat ik de laatste tijd denk dat me gelukkig zou maken?We hebben een grote boerderij en bijgebouwen met vruchtbare velden en grazige weiden er rond, even buiten een rustige dorp gelegen, maar er toch nog net mee verbonden.Op die boerderij woont een extended family, met grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen, wat andere familieleden en nog een aantal mensen die er los-vast bij horen.Het is een levende boerderij met een kloppend hart, met veel warme mensen die voor elkaar zorgen, met allerlei dieren en velerlei soorten gewassen op de velden. Alles wordt zelf gekweekt, aangeplant, verwerkt. Iedereen helpt elkaar, elk heeft zijn sterke punten die iedereen ten dienste staan, er is openheid en binding met de buitenwereld die altijd hartelijk welkom is en met wie men handelt, samenleeft, deelt.Men volgt de gang van de seizoenen en past het leefritme daaraan aan. Er is contact met de moderne buitenwereld, maar niet verstikkend. Men neemt ervan en deelt ermee wat voor beide partijen verrijkend is. Men wisselt uit, men bezoekt, men ontvangt.Er is een soort gevoel van broeder- en zusterlijke naastenliefde die iedereen bindt. Men doet veel voor elkaar, zonder de ander door zijn eigen dienstbaarheid te verslappen. Men helpt elkaar door moeilijke dagen, tegenslagen, zwakheden.Er zijn veel kanten van het leven op de grote boerderij aanwezig: het zorgende, het werkende, het creatieve, het herstellende, het vermakelijke, het plezierige, het diepere, het delende, het vooruitkijkende, het spirituele, het ecologische.Er is geen haast en geen dwang, er is zorgen en er is delen, en men maakt samen een eigen geschiedenis. Men bouwt aan een traditie die men bewust in ere houdt.Men leeft met mensen in de natuur als een organisch deel ervan.Ik denk aan de lente, als de fruitbomen in de boomgaard kleurrijk en geurig in bloei staan.Ik denk aan de winter, als het hout in de haard brand en er samen wordt gelezen en verhalen nadien dan worden uitgewisseld over wat men gelezen heeft of beleefd - en daardoor wordt alles ruimer en wijder vertakt - en in die goed beladen takken hangen we als vruchten onder een zon die verwarmt en een gesternte dat eeuwig en goedgunstig glinstert.
vrijdag 17 april 2009
Naar de kapster geweest waar iedereen op goed vallen uit binnen mag springen. De zoete inval, jawel. Kindje kauwgom in lange haren geplakt? Kapster, natuurlijk. Gauw het grijzemannenhaar even bijknippen? Kom maar!
Er is dan ook veel nieuws te horen, al wat en al wie bekend is gaat vrolijk en vluchtig over de tong, zodat men weer op de hoogte is. Ja, bij zo'n vrolijke, open, graag pratende kapster en dito klanten hoort men wat. Het dorpsleven passeert, grote en kleine feiten in levens waar je anders niet zo van op de hoogte bent, en het lucht op, het eigen leven relativeren door al die gemengde berichten over wat mensen in hun bestaan zoal overkomt.
Als er dagelijks een kroniekschrijver kwam zetelen zou hij er een roman-fleuve uit kunnen distilleren waar de vinnige kapster de touwtjes en de haren in handen heeft! Spring even binnen, lees mee.
Er is dan ook veel nieuws te horen, al wat en al wie bekend is gaat vrolijk en vluchtig over de tong, zodat men weer op de hoogte is. Ja, bij zo'n vrolijke, open, graag pratende kapster en dito klanten hoort men wat. Het dorpsleven passeert, grote en kleine feiten in levens waar je anders niet zo van op de hoogte bent, en het lucht op, het eigen leven relativeren door al die gemengde berichten over wat mensen in hun bestaan zoal overkomt.
Als er dagelijks een kroniekschrijver kwam zetelen zou hij er een roman-fleuve uit kunnen distilleren waar de vinnige kapster de touwtjes en de haren in handen heeft! Spring even binnen, lees mee.
donderdag 16 april 2009
Zowat dertig vierkante meter jong gras gezaaid, op een lapje grond waar twintig jaar lang bloeiende struiken hadden gestaan. Ik zie ze nog in mijn herinnering, met spijt, maar ze waren te oud geworden, te houterig, te weinig vakkundig en radicaal gesnoeid ook door dit mannetje.
Hij dacht dat je alles maar moet laten groeien, dat het mooi is, en wild mocht van hem. Tot je er de prijs voor betaalt, omdat het op den duur niet meer is bij te houden en verder woekert dan je had gedacht. Daar sta je dan te kijken naar wat nog nauwelijks beheersbaar is, en je besluit tot nieuw en anders. Zoon had geholpen, anders was het er niet van gekomen. Hij deed met veel geduld al de wortelstronken uit, gravend, trekkend en duwend en peuterend. Ongelooflijk hoeveel wortel iets kan hebben, hoe hardnekkig houden dingen niet aan hun levensgrond vast!
Maar goed, met moeite en geduld en met een project voor ogen kwam het in orde.
Dan alles omgespit, urenlang gebukt wortelrestantjes geraapt, grond geharkt, fijngemaakt, vlak gelegd, zaaiensklaar gemaakt. Om graszaad gereden, dat in delen gesplits om alles goed verdeeld gezaaid te kunnen krijgen, en aan de slag gegaan. Klein zaad rustig uit je grotendeels gesloten hand laten glijden, zien hoe het de bruine aarde kleurt, het onderharken en aanwellen.
Naar het oppervlak kijken, dat op honderden gekleurde zaadstippen na niet veel veranderd lijkt.
Dan passeert meteen al de vlaag van een zacht onweer, de temperatuur is zacht, en ook de volgende dag regent het gezapig aan. Vocht en voldoende warmte, zo moet het in orde komen.
Als nu de houtduiven ook nog wegblijven en het zaad niet oppikken, als geen losgeslagen ezels vierklauws over het lapje pas bezaaide grond komen gestormd!
Hij dacht dat je alles maar moet laten groeien, dat het mooi is, en wild mocht van hem. Tot je er de prijs voor betaalt, omdat het op den duur niet meer is bij te houden en verder woekert dan je had gedacht. Daar sta je dan te kijken naar wat nog nauwelijks beheersbaar is, en je besluit tot nieuw en anders. Zoon had geholpen, anders was het er niet van gekomen. Hij deed met veel geduld al de wortelstronken uit, gravend, trekkend en duwend en peuterend. Ongelooflijk hoeveel wortel iets kan hebben, hoe hardnekkig houden dingen niet aan hun levensgrond vast!
Maar goed, met moeite en geduld en met een project voor ogen kwam het in orde.
Dan alles omgespit, urenlang gebukt wortelrestantjes geraapt, grond geharkt, fijngemaakt, vlak gelegd, zaaiensklaar gemaakt. Om graszaad gereden, dat in delen gesplits om alles goed verdeeld gezaaid te kunnen krijgen, en aan de slag gegaan. Klein zaad rustig uit je grotendeels gesloten hand laten glijden, zien hoe het de bruine aarde kleurt, het onderharken en aanwellen.
Naar het oppervlak kijken, dat op honderden gekleurde zaadstippen na niet veel veranderd lijkt.
Dan passeert meteen al de vlaag van een zacht onweer, de temperatuur is zacht, en ook de volgende dag regent het gezapig aan. Vocht en voldoende warmte, zo moet het in orde komen.
Als nu de houtduiven ook nog wegblijven en het zaad niet oppikken, als geen losgeslagen ezels vierklauws over het lapje pas bezaaide grond komen gestormd!
woensdag 15 april 2009
We hebben op een zonnedag wat rustig in de tuin gewerkt, kleine karweitjes links en rechts.
In de laatste zon eten en drinken we dan iets, even namijmerend en genietend van de avondval.
Onze kruiwagen staat nog geladen met al zijn harken en schoppen en zagen en bijlen.
Een stilleven. Al de stelen steken hoog vooruit in de laadbak, een legertje klaar voor de aanval.
Kalm aan daar, denk ik, eerst een nachtje rust. We stellen de aanval op de grond en het groen nog wel wat uit. Kom kruiwagen, ik zal je maar het tuinhuis in rijden, het werk vergeten, je even uit het zicht zetten. Na een nachtje rust zal je zelf ook frisser aan je werk kunnen beginnen, mannetje!
In de laatste zon eten en drinken we dan iets, even namijmerend en genietend van de avondval.
Onze kruiwagen staat nog geladen met al zijn harken en schoppen en zagen en bijlen.
Een stilleven. Al de stelen steken hoog vooruit in de laadbak, een legertje klaar voor de aanval.
Kalm aan daar, denk ik, eerst een nachtje rust. We stellen de aanval op de grond en het groen nog wel wat uit. Kom kruiwagen, ik zal je maar het tuinhuis in rijden, het werk vergeten, je even uit het zicht zetten. Na een nachtje rust zal je zelf ook frisser aan je werk kunnen beginnen, mannetje!
Per fiets de Molenbeekroute gereden om de staat van de streek te verkennen op een mooie lentedag. Zon met wat wind, veel fris groen als motor. De Molenbeekroute ligt in een lus om de Molenbeek zoals ze zich slingert tussen Merchtem, Rossem, Steenhuffel, Londerzeel, Malderen.
Dorpsnamen uit de buurt die ik al wel vaak heb gehoord, stukken van het traject die ik al heb gereden, maar nu zit er samenhang in via de bewegwijzerde fietsroute. Handig dat je borden kan volgen en zo een selectie uit een landschap aangeboden krijgt. Af en toe een bordje missen en moeten terugrijden, zodat je extra kilometers hebt.
Alles is nogal vlak, en ik bedenk hoe ik van onze woonplek vele richtingen uit kan, en in elke windrichting toch met een iets ander landschap word geconfronteerd. Het land van Asse heuvelachtig, de Scheldestreek vol stroom en dijken, naar Aalst toe en verder de Dender met zijn landschap.
De route die ik vandaag volg is misschien niet zo specifiek. Nog wat grote kouters, hier en daar wat bos, nogal wat electriciteitspilonen die storen, niet alles even ordelijk-ordelijk als Nederland bijvoorbeeld.
Mijn fototoestel heb ik niet meegenomen, al was er enige twijfel. Ik denk dan maar terug aan foto's die ik had kunnen nemen en die een selectie zijn uit wat ik heb gezien.
Wat me als mooi opviel waren de velden met honderden rechte rijen aangeplante chicorei - het groen dat later witloof wordt. Machinaal werk, maar met een Mondriaan-esthetiek erin.
Of de kerk van Rossem als silhouet op de achtergrond tegen een sappige wei vol paardenbloemen aan. Dat viel me op: de paardenbloemen zijn dit jaar gelukt, ze staan dik in de bloemen, ze struiken mooi uit. Van de oude, met witte trossen bloesems beladen perenbomen had ik anders een foto genomen, en van massa's diepgele dotterbloemen die in zompige kleine bosjes stonden. Van kasteel Drietoren in Londerzeel, niet zozeer om het gebouw, maar omdat het zo mooi gekaderd werd door een waterplas ervoor en vooral: een grote kudde schapen met hun paaslammeren die er genoeglijk lagen te eten en zonnen. Hier en daar nog een oud huisje met een verzorgd voortuintje, een vergezicht met kerken die je overal herkent als bakens om je op te oriƫnteren.
Dik vijftig kilometer in de eigen streek, met de daarnet beschreven hoogtepunten. Om te zwijgen van wat er had kunnen gebeuren als je met enige durf een paar huizen was binnengegaan, gezellige interieurs en tuintjes had gezien en, samen een glaasje drinkend in de zon, mensen had ontmoet en met hen over het leven had gepraat.
Dorpsnamen uit de buurt die ik al wel vaak heb gehoord, stukken van het traject die ik al heb gereden, maar nu zit er samenhang in via de bewegwijzerde fietsroute. Handig dat je borden kan volgen en zo een selectie uit een landschap aangeboden krijgt. Af en toe een bordje missen en moeten terugrijden, zodat je extra kilometers hebt.
Alles is nogal vlak, en ik bedenk hoe ik van onze woonplek vele richtingen uit kan, en in elke windrichting toch met een iets ander landschap word geconfronteerd. Het land van Asse heuvelachtig, de Scheldestreek vol stroom en dijken, naar Aalst toe en verder de Dender met zijn landschap.
De route die ik vandaag volg is misschien niet zo specifiek. Nog wat grote kouters, hier en daar wat bos, nogal wat electriciteitspilonen die storen, niet alles even ordelijk-ordelijk als Nederland bijvoorbeeld.
Mijn fototoestel heb ik niet meegenomen, al was er enige twijfel. Ik denk dan maar terug aan foto's die ik had kunnen nemen en die een selectie zijn uit wat ik heb gezien.
Wat me als mooi opviel waren de velden met honderden rechte rijen aangeplante chicorei - het groen dat later witloof wordt. Machinaal werk, maar met een Mondriaan-esthetiek erin.
Of de kerk van Rossem als silhouet op de achtergrond tegen een sappige wei vol paardenbloemen aan. Dat viel me op: de paardenbloemen zijn dit jaar gelukt, ze staan dik in de bloemen, ze struiken mooi uit. Van de oude, met witte trossen bloesems beladen perenbomen had ik anders een foto genomen, en van massa's diepgele dotterbloemen die in zompige kleine bosjes stonden. Van kasteel Drietoren in Londerzeel, niet zozeer om het gebouw, maar omdat het zo mooi gekaderd werd door een waterplas ervoor en vooral: een grote kudde schapen met hun paaslammeren die er genoeglijk lagen te eten en zonnen. Hier en daar nog een oud huisje met een verzorgd voortuintje, een vergezicht met kerken die je overal herkent als bakens om je op te oriƫnteren.
Dik vijftig kilometer in de eigen streek, met de daarnet beschreven hoogtepunten. Om te zwijgen van wat er had kunnen gebeuren als je met enige durf een paar huizen was binnengegaan, gezellige interieurs en tuintjes had gezien en, samen een glaasje drinkend in de zon, mensen had ontmoet en met hen over het leven had gepraat.
dinsdag 14 april 2009
In de wei waar de ezels staan schieten de kalvertongen weer op. Ze hebben diepe wortels die je moeilijk helemaal uit krijgt en waar iedere keer weer nieuw groen uit ontspruit. En het is lastig groen, onkruid zeg maar. De ezels eten het niet, als je niets doet raakt je wei overwoekerd. Gif spuiten doe ik liever niet - waar moeten de ezels dan ook? Dus een voor een alles uitsteken met een mes. Het blad tenminste, want als je aan alle wortels zou beginnen was het een eindeloos karwei. Nu lijkt het ook al zo tijdverspillend: een man die uren in een wei kalvertongen zit uit te steken. Tegelijk ontspant het gelukkig, je buigt en bukt je en je hoopt dat het je op een of andere manier sterkt. Je staat in de zon, je bent buiten, en je gedachten gaan hun gang. Je ontsnapt aan ernstiger werk, en die ontsnapping alleen is misschien al een zegen.
The Art of Travel van Alain de Botton gelezen. En zelf een weekje op kleine reis geweest: Domburg, Walcheren, Nederland. Geen van de sublieme ervaringen die je tussen hoge bergpieken en woeste wouden kan ervaren, maar deugddoend. Je moet overdenken wat je aan een reis gelukkig maakt, hoe je wil reizen, is een van de gedachten in het boek.
Wat was er goed aan? Dat we met een groot deel van ons gezin samen waren zonder met de zorgen van thuis veel bezig te moeten zijn. We kookten wel samen, we wasten samen af en gingen samen winkelen, maar zonder druk. Er was tijd om te lezen als het weer niet zo goed was. Ik las Het huis van de moskee en De boodschapper van Kader Abdollah. Het voordeel van zo'n vakantiedagen is dat je helemaal in een boek kan kruipen, je kan het in een paar kort op elkaar voglende sessies uitlezen en het dringt meer helemaal tot je door. Ik was weg van die boeken, van die stijl, en ik had gewild dat ze langer bleven duren: altijd een goed teken.
Dan was er de grotere natuurlijkheid van de Nederlandse kust: meer duin, meer bos, geen hoogbouw, minder drukke wegen tegen de zee aan, iets minder consumptie bij de golven.
En het fietsen natuurlijk. Overal Hollandse fietsen en Hollandse fietspaden die veilig zijn, en vlak. Op Walcheren ook veel boerderijen verspreid over het landschap, en dat geeft altijd een gevoel van verbondenheid met het buitenleven en de natuur. Koeien, lammeren, schapen. Veel rustige wegen daartussen, veel goed onderhouden tuintjes en gezellige huisjes. Veel wit en groen als kleur van huizen en schuren, veel paasbloemen, veel sleutelbloemen, veel jong groen in deze nieuwe lente.
Ik had het hele eiland ongeveer willen zien, per fiets, maar dat is natuurlijk maar deels gelukt. Toch heb ik een heel goed idee van hoe het er aan toe gaat, hoe het is. Ook aan de haven van Vlissingen geweest, mijn fietsgezel per boot zien toekomen daar en dus het hele eiland kruiselings overgestoken. Kibbeling gegeten en kaas. Verbaasd geweest door de mist die op een dag rond vijf uur plots kwam aangewaaid en ijskoud de tot dan toe zonnige dag verdreef. Veere nog eens gezien met zijn oude charme en rustige kleine dorpjes als Oostkappelle een Aagtekerke.
Rustig gegeten, rustig gepraat, een paar dagen als het ware stil gestaan. Nu kunnen we weer beter verder gaan.
Wat was er goed aan? Dat we met een groot deel van ons gezin samen waren zonder met de zorgen van thuis veel bezig te moeten zijn. We kookten wel samen, we wasten samen af en gingen samen winkelen, maar zonder druk. Er was tijd om te lezen als het weer niet zo goed was. Ik las Het huis van de moskee en De boodschapper van Kader Abdollah. Het voordeel van zo'n vakantiedagen is dat je helemaal in een boek kan kruipen, je kan het in een paar kort op elkaar voglende sessies uitlezen en het dringt meer helemaal tot je door. Ik was weg van die boeken, van die stijl, en ik had gewild dat ze langer bleven duren: altijd een goed teken.
Dan was er de grotere natuurlijkheid van de Nederlandse kust: meer duin, meer bos, geen hoogbouw, minder drukke wegen tegen de zee aan, iets minder consumptie bij de golven.
En het fietsen natuurlijk. Overal Hollandse fietsen en Hollandse fietspaden die veilig zijn, en vlak. Op Walcheren ook veel boerderijen verspreid over het landschap, en dat geeft altijd een gevoel van verbondenheid met het buitenleven en de natuur. Koeien, lammeren, schapen. Veel rustige wegen daartussen, veel goed onderhouden tuintjes en gezellige huisjes. Veel wit en groen als kleur van huizen en schuren, veel paasbloemen, veel sleutelbloemen, veel jong groen in deze nieuwe lente.
Ik had het hele eiland ongeveer willen zien, per fiets, maar dat is natuurlijk maar deels gelukt. Toch heb ik een heel goed idee van hoe het er aan toe gaat, hoe het is. Ook aan de haven van Vlissingen geweest, mijn fietsgezel per boot zien toekomen daar en dus het hele eiland kruiselings overgestoken. Kibbeling gegeten en kaas. Verbaasd geweest door de mist die op een dag rond vijf uur plots kwam aangewaaid en ijskoud de tot dan toe zonnige dag verdreef. Veere nog eens gezien met zijn oude charme en rustige kleine dorpjes als Oostkappelle een Aagtekerke.
Rustig gegeten, rustig gepraat, een paar dagen als het ware stil gestaan. Nu kunnen we weer beter verder gaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)