de jongen krijgt het hondje waar hij al zo lang om gevraagd en gezaagd heeft. samen met de papa zorgt hij voor een kooi waarin het diertje zal kunnen lopen en waken en slapen. uit het hele nest jonge honden heeft hij al mogen kiezen welke zijn lieveling wordt. hij wou dat hij er nu al was, hoe zou hij hem vertroetelen. ze moeten er best ook wel mee naar de hondenschool, zeggen kenners en kennissen. je moet met zo'n dier leren omgaan, hij moet naar je leren luisteren. meestal is het immers niet zozeer de hond die getraind moet worden, maar het baasje. menig baasje geeft immers te snel toe, maakt de grenzen van wat mag altijd wat ruimer tot hij op de duur niets meer te zeggen heeft, en de hond wordt baas. altijd probeert zo'n dier natuurlijk om wat meer te mogen en wat minder te moeten, maar daar moet je je boven stellen: trek een rechte lijn, zo van: tot hier en niet verder, zo veel en niet meer!
en de leraar die dit aanhoort, zegt: zo is het ook met leerlingen, daar moet je ook een lijn trekken, daar moet je ook consequent zijn, als ik het mag zeggen. anders springen ze ook over je hoofd, anders zijn ook zij je de baas.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten