vrijdag 9 oktober 2009

Waardig

"Wie doet wat hij kan,
is waard dat hij leeft."
Zijn korst brood waard zijn.
Het leven waard zijn.
Er volop aan deelnemen
zonder voorbehoud.
Met volle teugen.
Met open handen,
een open geest.

Vooruit

Altijd in beweging blijven.
De wieken altijd laten draaien.
De stappen blijven zetten.
De armen altijd laten zwaaien.
Altijd in beweging
om niet stil te staan
en, hoe traag ook,
vooruit te gaan.

donderdag 8 oktober 2009

Iemand

Iemand staat naast je zij.
Een hij.
Een zij.
Ze zijn er, zij.
Luister.
Laat je steunen
als er in jou nood aan is.
Weet:
iemand staat aan je zij.

Gezicht

Het aangedane leed vergeven.
Je kreeg het gezicht van het leven.

Streep

Trek er een streep onder.
Voorbij is voorbij.
Het leed van gisteren is
het leed van gisteren.
Morgen is een nieuwe dag.
Morgen mag je
een nieuwe mens zijn,
als je wil.

Zingen

Kerkliederen zingen.
Psalmen zingen.
Mantra's zingen.
Melodieën uit het hart.
Ze resoneren
en maken je groter.

Ingewikkeld

Allemaal zo ingewikkeld,
het leven lijkt soms zo hopeloos ingewikkeld.
Wie heeft het zo ingewikkeld gemaakt,
wie heeft zoveel mogelijkheden
met hun verplichtingen geschapen?
Ik toch niet,
maar hele rijen mensen voor ons,
met hun verlangens,
met hun inzichten,
met hun daden en akties.
Voor mij herkenbare mensen,
ik met mijn verlangens en inzichten en wensen.
Ze zijn zo ingewikkeld en ze vragen om
een ingewikkeld netwerk dat ik uiteindelijk in al het bestaande herken.

Steun

Steun bij anderen.
Zoek hem maar.
Durf maar.
Ze geven hem,
al ben je bang van niet,
al ben je bang van
op je bek te gaan.
Steun van anderen.
Hij is er.
Vraag maar.
Er wordt nog graag
en veel gedeeld.

Beter

"Elke dag beter en beter," zegt de yogalerares
aan het einde van haar les.
Dat geloven, je daaraan vastklampen,
daaraan werken:
elke dag wordt het beter en beter.
Elke dag word je sterker en sterker
in het diepste wezen van jezelf.

Wakker

"Daar zou ik niet van wakker liggen."
Een gouden raad voor wie veel wakker ligt.
Het helpt niemand vooruit,
jou het minst van al.
Wat gebeurt, gebeurt.
Doe gewoon wat je kan.
Lig er niet van wakker.
De volgende dag is de volgende.
Voorbij is voorbij.
Wees wakker wanneer het wenselijk is
maar in het holst van de nacht, niet.

Cijferen

Cijfer jezelf weg.
Cijfer je zelfzucht weg.
Cijfer je kleinheid weg.
Cijfer je berekening weg.
Calculeer de anderen in.
Calculeer al je mogelijke liefde in.
Herbegin bij nul
en geef alles weg
aan iedereen.
Cijfer jezelf weg
en calculeer alle anderen in.

Perplex

Dat alles in de wereld er is
zoals het is.
Het wandelt, loopt, rijdt, vliegt
door het leven.
Het denkt,
het ziet,
het voelt,
het hoort,
het ruikt,
het maakt mee
wat er allemaal
mee te maken valt,
complex vervlochten en eindeloos.
Dat alles en iedereen in de wereld
er is zoals het is -
om er perplex bij te staan.

maandag 5 oktober 2009

Men moet alles willen leren.
Koken, wassen, plassen, knutselen,
de tuin onderhouden, het huis onderhouden,
alle moderne middelen beheersen,
helemaal op alle fronten
in het leven willen staan.
De kundes en de kennis en de vaardigheden
zijn eindeloos en vol variaties.
Kansen. Uitdagingen.
Men moet alles willen leren.
Men moet alles willen kunnen
binnen de grenzen die
-je merkt het als je er volop aan bezig bent -
toch zo ruim bemeten zijn.

Geen moeite

Op geen moeite zien.
Nooit op enige moeite zien.
Voor jezelf.
Nooit op enige moeite zien
om iets te doen voor anderen
in gelijk welke omstandigheden.
Op geen moeite zien,
en ook zeggen:
"Alsjeblief, mijn plezier,
en zonder moeite!"

Middelen

De wereld aanpakken -
met alle mogelijke middelen.
Je leven aanpakken -
met alle mogelijke middelen.
Jezelf helpen en leiden:
met alle mogelijke middelen.
Anderen helpen en steunen:
met alle mogelijke middelen.

zondag 4 oktober 2009

Moed

Moed om te willen
wat moet.
Moed om te willen
wat wenselijk is.
Moet
voor wat goed is.
Moed
zonder meer
maar niet minder.

rust

een diepe rust -
je maakt hem niet zomaar.
hij moet aan komen glijden,
hij schuift geleidelijk aan binnen.
als je open bent.
als je toelaat.
als je in staat bent.
als je in staat bent
van zonder te veel dingen en zinnen
in het hoofd.
als je in staat bent
van zonder te veel armen en benen.

zaterdag 26 september 2009

Vloed

Er komt een vloed van dingen op ons af.
Soms lijkt het : ze zullen ons heel en al overstromen.
Laat ze komen, ze zijn onafwendbaar.
Laat ze van je afvloeien als water van een eend,
als zorgen in je slaap.
Ze zijn er niet meer.
Je kan ze negeren
zo veel of zo weinig als je wil.
Weg met de vloed van dingen als een vervloeking.

Overdonderende dingen

Jezelf boven de wanorde van de dingen tillen.
De dingen zijn zo talrijk.
De dingen zijn zo overdonderend.
Laat ze voor wat ze zijn.
Beschouw ze als vanzelfsprekend.
Laat ze terzijde
al leef je er midden in.
Laat de dingen en hun overvloed
je niet overheersen.
Heers zelf over de dingen
als een middel tot,
aanvaard ze als de aanwezigheid
van een huisdier.

Macht

De moeite.
De onmacht.
Dan de sleutel in het hoofd: klik.
Dan de warmte in het hart: hoger.
De schijnbare moeiteloosheid,nu.
De vanzelfsprekende macht
met kracht van diep,
met kracht van hoger.

Opnieuw

Altijd opnieuw.
De wereld is vol.
De mensen zijn talrijk.
De taken eindeloos.
Altijd opnieuw.
Kop op.
Stap vooruit.
Handen uitgestoken.
Kom.

maandag 21 september 2009

Geven

Geef wat je hebt.
Geef wat je kan.
Als je gegeven hebt wat je kan,
als je gegeven hebt wat je hebt,
zal je krijgen van wat je gaf
omdat het zich heeft
vermenigvuldigd.

Luister

Luister naar de vraag van een ander.
In jou zit altijd een antwoord.
In jou zit aandacht op een vraag om aandacht.
Liefde op een vraag om liefde.
Tijd op een vraag om tijd.
In jou zitten voor anderen
aandacht, tijd en liefde -
als je wil.

Lichtjes

Steeds een lichtje van hoop
met een kaars en een lucifer.
Steeds een lichtje van hoop
met een oog en een hand.
Kleine lichtjes.
Fijne lichtjes.
Niet meer dan,
evenveel als
sterren aan de hemel.

Moe

Als je te moe bent
gaan liggen.
Als je gelegen hebt
rechtstaan.
Als je recht bent gestaan
verdergaan.
Tot je te moe bent.
Als je te moe bent
gaan liggen.

vrijdag 18 september 2009

Geen bedelaar

Wees geen bedelaar.
Vraag niet om gunsten
maar geef ze.
Smeek niet om sterkte
maar maak ze.
Bid niet om hulp
maar verstrek hem.
Zet je in.
Deel je uit.
Maak je innerlijk sterk.
Geef je rijk.

Stenen

Opstaan.
Op weg gaan.
In aktie schieten.
Niet bij de pakken blijven zitten.
Ze worden met de dag
zwaarder.
De rugzak opnemen
al is hij gevuld met stenen.
De berg op.
Zweet op het gelaat.
Moed in de schoenen
maar beginnen
en naar boven gaan
stap voor stap.

Verwachtingen

Al die verwachtingen invullen.
Ze schuilen in ogen.
Ze liggen in een afwachtende glimlach.
Ze liggen in een arm die klaar is
om zich te strekken.
Verwachtingen grote en kleine.
Invullen.
Vervullen.
Uit jezelf treden
en ze waar maken.

vrijdag 11 september 2009

Lichtpunten

Zoveel mensen zijn lichtpunten in ons leven.
Denk er aan in het duister.
Zie die sterren aan de hemel
al lijkt hij grotendeels zwart.

Aandacht

Opgaan in handelingen.
Meedenken met woorden.
Verzonken zijn in je werk.
Concentratie.
Doen wat je doet.
Er mee samen vallen.
Het helemaal zijn.
Puur.
Overtuigend.
Ten dienste van anderen.
Een dienst ook aan jezelf:
volle aandacht.
Kruis je eigen zwakheid uit.
Zet een streep door je
zelfzuchtige verlangens.
Laat de anderen van tel zijn.
Zet ze op het eerste plan.
Kijk naar hun gezichten
hoe ze kunnen stralen.
Denk aan hun hart
hoe het wil kloppen van blijdschap.
Maak het waar:
het stralen van andere gezichten,
het kloppen van andere harten
van blijdschap.
De inspanningen die overal ter wereld
door zoveel mensen worden gedaan.
Op alle vlakken, van het kleinste
tot het grootste.
Zorg in het huishouden,
werk in de administratie
werk in de bouw,
werk aan de kleine
en grote wonderen der wereld.
Met aandacht uitgevoerd.
Met liefde verricht.
Met zelfverloochening doorgeduwd.
Span je mee in.
Span samen met die grote krachtbronnen
van de wonderbaarlijke mensheid.

zondag 6 september 2009

Meer

Je meer inzetten.
Begrijpender luisteren.
Hartelijker spreken.
Sneller reageren.
Meteen ter hulp schieten.
Een hand toesteken.
Een hart vullen.
Meer liefde betonen.

Tros

Zijn dagen goed vullen
als een tros vol druiven.
En dan wijn.

Leegte

Als er leegte is:
vul ze met handelingen.
Ga bloemen kopen.
Plant ze.
Zie ze daar staan.
Verricht de kleine
huishoudelijke taken:
ze zijn nu gedaan.
Ga naar mensen toe:
ze spreken
en vullen je hart
met warmte.

Electriciteit

Je wou ergens binnenspringen maar
ze waren er niet.
Spijt en een gevoel van gemis.
Andere levens zijn
electriciteit in ons leven,
ze vuren ons aan.

Klein

Het kleine kereltje maakt buitelingen in de zetel
en kraait met hoge stem.
Hij trekt alle aandacht naar zich toe
en fleurt het hele gezelschap op.
Glimlach en vertedering op de gezichten.

zaterdag 5 september 2009

Oplaadbeurt

In je innerlijk fotoarchief zit het vol
close-ups van gezichten.
Haal ze je scherp voor de geest
met hun schitterende ogen
en hun heldere geest.
Kijk ze in het gelaat en vraag hen om doordringing
van je gemoed met de sterkte van hun levens.
Laad je op. Laat hen tot je spreken.
Wees hen dankbaar. Leef schitterend.

Kansen

Elke dag biedt honderd kansen
om jezelf te verfijnen.
Elke handeling, elk gesprek
is oefening
om beter te worden.
Word het! Grijp
de honderd kansen aan.

Werk

Als men ergens werk van moet maken,
dan is het van zichzelf.

Wandelen

Wegwandelen van de dofheid.
Wegwandelen van het te volle hoofd.
Wegwandelen van de besloten kamer
naar de open lucht.
De veldbaan die kronkelt.
De gewassen die ruiken.
De hazen die wegschieten.
De vogels die niet zaaien en niet maaien.
Wegwandelen van het teveel
en gelukkig zijn met weinig
in en om het stappende lichaam.

Andere levens

In andere levens willen kijken:
hoe richten ze hun dagen in.
Daarom praten we.
Daarom wisselen we uit.
Wat zijn hun plannen.
Wat zijn hun doelen.
Hoe gaan ze te werk.
Wat zijn de dagelijkse details
die hun leven sieren.

Af en toe in andere huizen willen wonen,
af en toe in andere levens willen zijn
en kijken en leren en jezelf
door te kijken verrijken:
veelvuldiger mens.

Kordaat

Zich er aan zetten.
Niet langer twijfelen.
Er voor gaan.
Er werk van maken.
Zich er mentaal op instellen.
Het lichaam warm doen lopen.
Zich er een gedacht van maken.
Vastberaden zijn.
Zich er aan zetten
en werken tot het af is
en tevreden zuchten.
Van het ene werk weggaan
even vastbesloten tot iets anders.

Samen

Liefst alles met zijn twee doen, of meer.
Het beleefde willen delen.
Woord en wederwoord horen.
Dubbel zoveel zien.
Dubbel zoveel in iets opgaan.
Hand in hand soms haken
en woorden in woorden.
De aandacht op iets vestigen.
De blik op iets richten.
Liefst alles met zijn twee doen, of meer,
en intenser, sterker beleven.

Bekennen

Dingen durven bekennen.
Over dingen die niet mooi zijn durven praten.
Je mond opendoen.
De sluizen in het hoofd en het hart open zetten.
Zeggen wat je op de maag ligt, wat je bezwaart.
Je schaamte opzij zetten.
Je zwakheid niet camoufleren.
Pratend een oplossing zoeken
of op zijn minst een verlichting.
Zichzelf willen kennen
en dingen durven bekennen.

Ontwaken

Sommigen moeten nog voor het leven ontwaken.
Ze leven als in een stille droom.
Ze lopen rond maar zijn er niet.
Ze zijn aanwezig maar niet volop.
Ze beseffen niet wat alles inhoudt.
Ze doen maar wat aan.
Dit leven, denken ze, is een voorspel
of een oefening.
Sommigen moeten nog voor het leven ontwaken.
Kietel ze wakker, laat ze de feiten onder ogen zien:
het leven gaat snel,
het is hoog tijd om er voor te ontwaken.

Dagelijks

De handelingen van het dagelijks leven verrichten.
Het bed openslaan. De tanden poetsen. Zich scheren.
Ontbijten. De deuren openen. De kamers luchten.
De afwasmachine leeg. Vegen.
Naar buiten gaan, de lucht opsnuiven.
Naar zijn werk vertrekken.
De fiets uithalen, trappen.
Zijn werk verrichten met aandacht en plezier.
Met de collega's praten. In het leven zijn.
Terugkeren en helpen koken.
Eten en pratend de dag overlopen.
Wat verder werken.
De afwas doen. Een wandeling.
Tv of een boek. Keuvelen met de huisgenoten.
Naar de maan gaan kijken buiten.
Het avondtoilet. Het bed in.
Lekker slapen.
Gewoon de handelingen van het dagelijks leven
verrichten als een weldaad.

vrijdag 4 september 2009

Vrouw

Ze zorgt voor alles.
Ze zorgt voor anderen
en ze geeft niet op.
Ze ziet noden
en ze vult ze.
Ze hoort vragen
en ze beantwoordt ze.
Ze hoort haar eigen moeheid
maar ze zegt neen.
Ze voelt haar eigen afmatting
maar ze gaat door.
Ze loopt een marathon van liefde.

Welkom

Je bent welkom.
Je mag meedrinken.
Je mag mee eten.
Er is woord en wederwoord
aan de tafel.
Je bent welkom.
Later huppelt je hart
vrolijk naar buiten,
de wijdergeworden wereld in.

Vogelzang

Luister naar de veelstemmige verhalen overal rondom je.
Ze zijn als vogelgekwetter in het bos
en je ligt verzaligd te luisteren.

Opgeheven

Met opgeheven hoofd.
Omdat je je best deed.
Omdat je het eerlijk meende.
Omdat je gaf wat je kon.
Zorg dat je altijd
met opgeheven hoofd kan.
Kan gaan.
Kan komen.
Kan blijven.
Jezelf en anderen
in de ogen kan kijken.

Opvrolijking

Vogeltjes doen fluiten op benarde plekken in het leven.

Vertrouwen in

Zijn vertrouwen in iemand stellen.
Hij zal luisteren.
Hij zal reageren.
Hij zal consequent zijn.
Hij springt in.
Hij denkt mee.
Hij handelt.
Laat die persoon in de eerste plaats
jezelf zijn.
Voor jezelf.
Voor anderen.

Verwachtingen

Mensen geven je kansen.
Door hun afwachting.
Door hun stilte.
Door hun ontvankelijkheid.
Je mag spreken.
Je mag handelen.
Je mag hun verwachting vullen.
Vul ze goed.
Vul ze rijkelijk.
Vul ze met al wat je hebt.

Spreken

Spreken met vanzelfsprekendheid.
Alles uit je op laten stijgen.
Het verwoorden met gemak.
Het uitdrukken met elegantie.
Het tot iemand richten
met ogen die open zijn.
Naar die iemand luisteren
met oren die zich spitsen.
Er een heen-en-weer spel van maken.
Dingen meedelen.
Dingen vragen.
Dingen in het midden laten.
Een antwoord krijgen.
Een antwoord zijn.

donderdag 3 september 2009

zelf

jezelf altijd weer opladen.
jezelf altijd weer op gang trekken.
jezelf altijd weer moed inspreken.
jezelf altijd jezelf doen vergeten en
in de eerste plaats aan anderen denken.
jezelf je kracht doen opbouwen.
jezelf aanvuren tot meer en beter.
boven jezelf uitstijgen en dan nog altijd
blijven kijken naar boven.
het gaat tot aan de hemel.

leraar

met welluidende stem spreken.
ondersteunende gebaren gebruiken.
oogcontact leggen.
overtuigd zijn.
enthousiast, vol passie.
dingen over willen brengen.
gedachten los willen maken.
acties aan willen vuren.
initiatief ondersteunen.
bemoedigen.
richten.
vermanen.
de weg wijzen.
voordoen.
niet aflaten.
altijd weer.
iedere keer een stapje verder.
hen iedere keer een stap dichter brengen
bij wie ze kunnen zijn.
er hen in doen geloven.
hen zichzelf en meer nog zien zijn.

zondag 30 augustus 2009

Vuur

Laatavondlijk in gezellige kring rond het brandende vuur gezeten worden de ogen groter en ze gaan staren, de blikken staan op oneindig en de stemmen worden gedempter. Ieder kijkt in zijn kern, ieder dringt door in zijn wezen. Het is als eeuwen en eeuwen geleden, mensen die beschutting en warmte zoeken in een kring rond het vuur. We voelen het aan, iets gloeit in ons mee als kolen van diep onder de aarde, diep in onze grond.

zaterdag 29 augustus 2009

Droom

Hij ontwaakt uit een droom waarin alles gezellig was, harmonisch en warm. En met die droom als motor komt hij als een beter mens de dag door: hij doet er alles aan om de dag de droom te doen evenaren.

Ontmoeting

Een onverwachte ontmoeting met oude bekenden als een plotse schittering van licht.

Stad

In de stad zijn er altijd gezichten om naar te kijken.
Er is altijd levenslust om zich aan op te laden.
Er zijn altijd mensen om zich aan te spiegelen.
Er zijn altijd levensstijlen om zich over te verbazen.
In de stad is het vol mensen en dingen
die je inkijk in het leven geven.
In de stad word je uit jezelf getrokken.
In de stad is er veel verscheiden leven.
In de stad kijk je je ogen uit en word je als het ware
honderdvoudig als je wil.

Fotoportret

Het verhaal over wie je bent vertellen aan de hand van foto's die je hebt genomen.

Dag

Voor de dag.
Dat hij als nieuw aanvoelt.
Dat hij zich vult met zinvolle daden.
Dat hij zich vult met welkome woorden.
Dat hij de handen uit de mouwen steekt.
Dat hij een glimlach verspreidt als een lopend vuurtje.
Dat hij ogen doet glanzen en oren zich doet spitsen.
Dat hij ons vervult met sterkte.
Dat hij ons verlevendigt met warmte.
Dat hij ons verheldert met licht.

vrijdag 28 augustus 2009

Werk

Alles wat je hebt is werk.
Alles wat je niet hebt is zorgeloosheid.
Maar werk is ook tevredenheid.
Maar niet hebben is ook gemis.
Zie er op toe wat je hebt.
Zie er op toe wat je niet hebben wil.
Het zijn keuzes tot vrijheid of onvrijheid.

Open

Rechtstaan om te helpen.
Opstaan om een hand toe te steken.
De mond openen om zoekend mee te spreken.
De ogen laten turen om te helpen zien.
De oren openen om te helpen luisteren.
De benen strekken om ergens naar op weg te gaan.
De geest openzetten om alles toe te laten.
Het hart ruim en ontvankelijk laten zijn.

Schop

Met de geest het lichaam een schop onder de kont geven als het niet naar behoren meewil. Maar soms schopt het lichaam terug.

woensdag 26 augustus 2009

Dada

Ze zeggen: "Hij is lui..." Het is eerder zo dat hij nog niet gevonden heeft wat hem kan passioneren. Als hij zijn dada vindt, zijn stokpaardje, zijn hobby, zijn passie: de luiheid kan omslaan in enthousiasme: van godgelijk genot door iets vervuld.

Resultaat

"Jij werkt nu nooit eens iets af!" Ja, soms gaan we gedachtenloos van het een naar het ander, tot eigen verstrooiing als het ware, zonder iets tot in de puntjes af te werken. Men kan dan ook niet trots en tevreden terugblikken op wat gepresteerd werd. Werk beter maar helemaal af. Werk beter maar helemaal uit: resoluut naar een resultaat.

De rivieren langs

Fietsen langs de rivier, mee stroomaf of stroomop, schept rust. Je bent een schip dat drijft op de wind in de zeilen, er is koelte en kabbeling. Dorpen schuiven traag aan je ogen voorbij, reigers vliegen op, af en toe de flits van een vis. Veel fietspaden langs veel water. Veel rust is mogelijk voor de mens.

wijnwerk

Wie weet welk werk er allemaal aan de wijn is gedaan voor hij zover is - de wijngaardenier moet twintig maal per jaar om elke wijnstok - vindt de wijn lekkerder.

Verhaal

Elke dag moet de oude vrouw haar verhaal aan iemand kunnen doen. Ze wil bewijzen dat ze bestaat, dat ze nog het leven waard is. Ze is meestal enthousiast over de dingen die ze nog mag meemaken en over de andere drukt ze op zijn minst graag haar ontgoocheling uit. Haar man is er niet meer, dus zoekt ze anderen, begrijpelijk. Het verhaal van de dagen van haar leven, zinvol doorgebracht. Het is een ketting van verhalen die ze aaneenrijgt en waarmee ze rondloopt ten bewijze van. Ze is er bij geweest, ze heeft meegemaakt, ze heeft haar dagen niet in ledigheid doorgebracht: dat alles schuilt in haar woorden, in haar mimiek en haar gebaren. Goed dat het er is: enthousiasme voor oud, tevreden doorgebracht leven.

Bezig

Op sommige dagen, weken en maanden aan een stuk, is een mens gedreven met iets bezig. Zijn hele doen en laten is er van doordrongen, hij is gepassioneerd en bij wijze van spreken met handen en voeten aan de slag. Elke minuut wordt goed gebruikt, elk ogenblik gaat op aan het doel. En dan is er resultaat. Het zijn gezegende dagen.

dinsdag 25 augustus 2009

Trouw

Haar trouw aan het dagelijkse werk ontroert. Altijd doet de huisvrouw haar ronde in de kamers met de beslapen bedden, altijd legt ze daar alles op orde, altijd dekt ze de tafel zorgvuldig en ruitm ze netjes af, altijd is er was en strijk die zorgzaam wordt behandeld, ze veegt en dweilt in alle hoeken en kanten. Die dagelijkse trouw ontroert het gezin dat dankbaar het hoofd buigt en gezegend in het leven staat.

Hard

De hotelbazin staat op haar punt: alles moet kloppen en de volledige rekening moet altijd, hoe dan ook, worden betaald. Goede waar voor klare munt, zonder toegeving of welwillendheid. Ze krijgt respect, maar ze verliest haar sympathie.

Vervulling

De moed der reizenden die dagvullende vliegtuigvluchten nemen of etmaallange treinritten doorstaan om te komen waar ze willen zijn. Maar daar moet men komen: waar men wil zijn.
De beloning volgt, de vervulling van een droom, of hij nu 100 procent meevalt of niet: men heeft het bewijs van zijn willende bestaan geleverd en vervuld wat om een of andere reden om die vervulling schreeuwde. Hoed af, en hart tevreden.

Lang en breed

Sommige mensen leggen graag uit, in het lang en in het breed, wijd en zijd hun eenmansverhaal vertakkend en uitbreidend met details en bedenkingen. Het is soms moeizaam luisteren en na een tijdje gooit men met de moed der wanhoop een nieuw thema in de ring van het gesprek om gemeenschappelijker over andere koetjes en kalfjes te kunnen praten.

Vervulling

Overal ter wereld miljoenen heiligen- en godenbeelden. Ze kijken bewegingloos voor zich uit, ze lijken onbewogen, maar iedereen projecteert er hartstochtelijk zijn wensen en verlangens in. En in hun ogen beginnen de beelden te leven, ze krijgen bezieling en warmte en geven goede moed en vaak dan ook vervulling van verlangen. En de heiligen en goden zijn mede dankbaar voor zoveel vertrouwen dat hen leven en sterkte schenkt.

maandag 24 augustus 2009

Jong licht.

In de hotelzaal vol oude pensiongasten is ook een koppel met jonge kinderen aanwezig, twee jongens van 13-14. Ze trekken alle blikken naar zich toe als bloemen doen in een eentonig landschap. Iedereen kijkt en iedereen fleurt op als ze de levenshonger en levenslust zien die ze meteen ook zelf weer een beetje meer krijgen.

Actie!

Een lijf vol met actie is beter dan een hoofd vol met gedachten. Actie! Nu!

woensdag 19 augustus 2009

Landkaart

Als ze rijden of fietsen of stappen kijkt hij graag op landkaarten: het soort wegen, het aantal kilometers, bezienswaardigheden in de buurt, meest nabije steden, namen van gehuchten, nabijheid van rivieren, hoogtemeters, en zo verder. Zo blijft hij op de hoogte van waar ze zijn, waar ergens in de wereld hij zich bevindt. Het is of hij de plaatsen een aantal van hun meest evidente geheimen ontfutselt, en dat is een begin om zich ergens thuis te voelen. Figuurlijk leest hij dan tussendoor de landkaart van zijn leven, maar die is maar leesbaar naarmate hij ze zelf eerst invult met dingen die voorheen nog niet waren geschied, met gevoelens die hij voordien nog niet had gehad, met gedachten die hij voordien nog niet had bedacht: al levend leren, al levend leren voelen en denken en zien.

Op gelijke hoogte

Met je hoofd net boven water ploeteren en zwemmen in het zeewater. Het omgeeft jou en de honderden mensen in de buurt. Je zit op gelijke ooghoogte en deelt alles in levende lijve. Het is het gevoel van gezellige nabijheid, zonder veel terughoudendheid of schaamte. Je kan in levens binnenkijken en in hun lichamelijke behuizing. Zo deel je al op een of andere manier hun bestaan en het is prettig, alsof je nu meer bent dan enkel en alleen maar jezelf. Zomer, zon, zee en aan een soort van zingeving doen door spelend en genietend als vreemden die toch bekenden lijken samen te zijn.

Oogst

In de zomer oogsten ze hun wortelen als reserve voor de lange wintermaanden. In een vat stoppen ze hen in turf die hen zolang vers houdt. Ze doen het eendrachtig met hun tweetjes, en het is als op reis gaan en vakantieherinneringen verzamelen. Zij blijven thuis en werken en oogsten in hun tuintje alles wat er te oogsten valt aan boontjes, komkommers, pompoenen, appelen, tomaten, druiven, en zo verder... En in de winter vissen ze die zomerherinneringen tastbaar terug op, de kinderen en kleinkinderen genieten dan mee.

maandag 17 augustus 2009

Voorkeur

De jonge meisjes zijn wel tevreden over hun reis met veel verschillende tussenstops, maar volgend jaar willen ze toch wel op één vaste standplaats verblijven. Je moet namelijk voldoende tijd hebben om een vakantielief op te doen, op zijn minst!

Stromen

Onophoudelijk stromen mensen toe naar het gratis zomers stadfeest. Jong en oud, mannen en vrouwen, gezinnen met kinderen, nieuwe en oude liefjes. Het is een feest van zomer en muziek, van gezelligheid en eten en drinken en samenzijn. Je ziet de rijen en de drommen en de massa.
Allemaal andere mensen met veel circulatie jaar na jaar. Tien jaar geleden waren het grotendeels anderen, over tien jaar zullen het weer grotendeels anderen zijn. Maar altijd blijven ze komen, de stromen. Stromen, komen, stromen, komen - onophoudelijk.

Kok

Met veel geduld en zonder op kilometermoeite te zien gaat hij de beste ingrediënten kiezen - als ze al niet in zijn tuin rustig en natuurlijk staan te groeien. Dan bereidt hij voor en schikt en overweegt alles. Op de dag zelf brengt hij persoonlijk en rustig alles zelf aan. Hij houdt het eenvoudig: goede producten met eenvoud afgewerkt zodat hun intense, eigen smaak blijft primeren. Gang na gang begeleidt hij met commentaar. Het is een feest voor het oog en de neus en het gehemelte zoals hij ze bereidt: deze grote, gulle schalen vol goddelijke gaven.

vrijdag 14 augustus 2009

Tuin

De tuin houdt je lenig met zijn zaai- en plant- en wiedwerk.
De tuin houdt je in voeling met de seizoenen,
met hun groen en geel en wit en bruin.
De tuin zorgt voor je ogen, dat ze zoveel kleuren kunnen zien.
De tuin zorgt voor je handen, dat ze in voeling blijven met de aarde.
De tuin zorgt voor je ziel: hij is je aardse paradijs.

Rust

Orde en netheid zorgen voor rust.
En rust zorgt voor dingen die zich kunnen ontplooien.

Dieven

Dieven schieten op in druiven en tomaten, bij voorbeeld. Ze gaan lopen met het voedsel dat anders naar de hoofdtakken en hun vruchten had kunnen gaan. Je neemt ze best weg, knipt ze af als je van mooie, volle vruchten wil genieten.
Zoals met al je bezigheden waarin je wel eens moet snoeien om sommige goed te laten gedijen.
Die dieven gaan anders met teveel nodeloze of weinig vruchtbare energie van je lopen.
Je kweekt best alleen maar sappige, volle vruchten. Ze zijn zo smakelijk.

donderdag 13 augustus 2009

Letters

De jongen in het eerste leerjaar is ontgoocheld omdat plots de lettertjes om te leren en mee te spelen op blijken te zijn. 26 maar - en het is gedaan! Hoe jammer toch! Gelukkig is er nog een heel woordenboek woorden in voorraad om met dat beperkte aantal toch maar te vormen. En later zijn er talen en taalsystemen zoveel hij wil - en andere vormen van schrift bovendien. Gaat hij nu juichen?

dinsdag 11 augustus 2009

Antwoord

Alles is een open vraag.
Jij bent het enige antwoord.

Mogelijkheid

Elke plaats een paradijs -
voelen dat het kan.

Nood

Hij had het gevoel dat hij nood had aan een
voort-durende confrontatie met allerlei aspecten
van het leven. Hij moest worden blootgesteld.

Wereld

"Het is de wereld niet!"
Mooi gezegd voor : het is niet onoverkomelijk,
het is bereikbaar, het ligt binnen onze macht:
"Dat is nu toch de wereld niet!"

50

Vijftig worden: de waarheid dient zich aan.
Of: we zullen onze weg wel vinden, al duurt het zoeken lang.

Schietgebedje

"Bid maar voor onze auto," zegt de vrouw tegen de kinderen
als ze haarspeldbochtend door de bergen rijden.

Tegengif

Hij had het waanzinnige plan uitgedacht
alle straten en wegen van de wereld
af te willen rijden.

Wankelaar

Hij wil zich vastklampen.
Anders zou hij verdampen
en in rook opgaan.
Het heeft geen naam
hoe wankel hij zich voelt,
op hoeveel gewichtloosheid
zijn leven stoelt.
Hij zit dus niet
maar hij vervluchtigt,
hij lost op -
krop in de keel
en nooit meer heel.

Aan het nageslacht

Mijn eigen vlees en bloed:
het ga je goed.
En ook met alle anderen.
Ik ben gewoonweg
even wandelen.
Soms stap ik ook door jullie.
Let op, nu voel je het: ____

Radeloos

Iets is in hem losgeslagen -
de Zeven Plagen van Egypte,
bij wijze van spreken.
Hij voelt zich bijna breken.

Schijn

Zijn oog staat droog
maar hij weent van binnen.
Hij lijkt onbewogen,
maar is buiten zinnen.

Verkenning

Ik streel haar oppervlak
en peil haar diepte.
In het een en het ander
ben ik op wandel.

Hemel

Mijn hart kan zo voor haar bonken.
Ik lijk beschonken, in de hoogste staat
van geluk. Niets lijkt nu stuk te kunnen gaan:
ik hou haar vast, ik kijk haar aan.

Mozart

Mozart keerde terug en was verrukt toen hij al zijn melodieën zo springlevend hoorde.
Hij sprong een gat in de lucht en reisde de wereld rond.
Overal kwam hij zichzelve tegen in de mooiste omstandigheden,
in duizenden mannen, in duizenden vrouwen,
op evenzovele piano's, op zo veelsoortige instrumenten.
Op zijn muziek gedreven ging hij graag weer de eeuwigheid in,
gerustgesteld, natrillend van genoegen
en met een kalme zekerheid.

Verzuchting

Als bij zijn
tussen de
lavendelstruiken.
Vliegen.
Gonzen.
Ruiken.

Medeleven

"In ons brandt
een kaarsje
voor jou."

Welkom

Bloemengeur

aan de open
deur.

Marmer

Zijn hart is verward.
Het zit vol smart.
Het wordt een koude spier.
Het is een radeloos dier.

Houtmijt

Zo spraken de houtblokken in de houtmijt:
"Heel de zomer
langzaam liggen luisteren
naar het drogen van ons hout."

Scène

Misverstanden.
Handen in de haren.
Ontluisterende
gebaren.

Muziek

Er zit muziek in de mensen:
een wiegelied,
een levenslied,
een dodenmars.

Komaan! Kop op!

Zich laten gaan.
Een glijbaan.
Naar beneden.
Waar de modder ligt.
Waar ieder
op je neerkijkt.

Pasen

Met Pasen denken vrouwen van gestorven, goede mannen:
dat hij nu, als Christus, maar herrees!
In dit leven, jammerlijk, gebeurt dit ongetwijfeld niet:
verdriet zal hier en nu voor altijd blijven.
Nog even wachten op de eeuwigheid.
Toch spijt dat er geen aardse wonderen zijn,
tegen aardse pijn.

Jammer

Verspreid in de tijd
zullen ze sterven,
alle leerlingen van één klas
die toen zo jong en jeugdig
en vol leven was.

Krenten

Zijn verlangens uitdunnen zodat
wat overblijft
dan beter vrucht zal dragen.

Afbraak

Een huis wordt afgebroken en het zicht in de buurt verandert. Buurvrouwen zien meer lucht en hebben nu doorkijk op minder goed gekende delen van de straat. Het is alsof hun ogen voor andere dingen opengaan.
Er verdwijnt ook iets: jeugdherinneringen, familievertrouwdheden die verbonden waren met hoeken en kanten van het oude huis bestaan niet meer in stenen en hout, alleen nog maar in de verbeelding. Er is stof dat opdwarrelt als de muren vallen. Iemand zegt: "Oh!"

Inzicht

De man die zo graag foto's van landschappen neemt, heeft nu vooral foto's van zijn vrouw genomen. Het landschap is achtergrond, decor. De dochter ziet het en zegt het en neemt het
terecht voor een bewijs van dankbaarheid en liefde. Ze kent haar vader en ze is zo attent om het te zien en op te merken. Jong van jaren, scherp van inzicht.

Niemand

Ze ging alleen naar zee.
"Ongelooflijk toch, zoveel mensen, en geen enkele ervan die je kent!"
Hoeveel mensen kennen we, een paar duizend?
In onze buurt, op ons werk, in onze dagelijkse handel en wandel.
Maar de rest van de wereld: bijna helemaal onontgonnen terrein
als je denkt aan de omvang en de enorme aantallen.
Niet verwonderlijk dus:
zoveel mensen en zo weinigen (verhoudingsgewijs haast niemand) die je kent.

maandag 10 augustus 2009

Tactisch

"We gaan wat appelen plukken met de ladder erbij."
Het was een tactische zet om even alleen te zijn
om te vragen wat hij wou vragen,
om te zeggen wat hij wou zeggen.
(en toch niet oog in oog, maar bezig zijnd)
Nadien gingen ze terug naar de gemeenschap
van gespreksonderwerpen in allerlei andere variaties.

Winterherinnering

Winter legt alles wit.
Op weg naar puurheid.
Eindeloos gaan
door onbewoond land,
een broederhand langszij.
Af en toe
zijn wederwoord
tot mij.

Gesprek

Met een bleek gezicht zit hij erbij terwijl het gesprek zijn gang gaat.
Zij heeft medelijden met hem: hij lijkt ziek van afwezigheid.
Een gesprek zou een pingpongspel moeten zijn waarin het balletje
van de een naar de ander wordt getikt, steeds kriskras verder
zonder iemand over te slaan - elk zijn zegje, want iedereen heeft
binnenin toch altijd iets opgeslagen dat eigenlijk naar buiten wil.

Nuance

"Als er geen lelijke meisjes waren zou je niet zien dat er ook mooie zijn.
Pas op, niet dat de mooie altijd goeie zijn."

Remedie

-"Weet je wat ik zou pakken? Ne goeien druppel!"
-" 'Allemaal niet tellen', zou mijn vader zeggen."

zondag 9 augustus 2009

Tuintje

Het is een foxhondje klein en zwart
dat bij onze buurvrouw blaft.
Er staat ook een serretje
waar wat groenten groeien
en de helft van de mestvaalt
is omgewerkt tot bloemenhof.
Het hondje ligt met een touw
aan de waslijn vast en kan zo
de hele afstand heen en weer lopen.
Maar soms is het wasdag
en alles moet aan de lijn hangen drogen.
Het foxje moet dan in zijn hok
en meer dan de buurvrouw
ziet het hondje op tegen de wasdag.

Als een dief in de nacht

Grootmoeder is gestorven.
In gedachten had ze
nog eieren geraapt
op de lakens van haar bed.
Ze was altijd al
boerin in hart en nieren.
Toch viel ook dit geliefd hart
stil, 's nachts,
in onhoorbaar geklop.

Stad

Men ziet wat in een stad.
Mensen leven dicht bijeen en gaan elkaar voorbij.
Men is zoveel gewend en staat al niet meer stil.
Een oude vrouw die scharrelt in een vuilbak
is een oude vrouw die scharrelt
in een vuilbak.

Een hokje teleurstelling

Je stem klonk angstig in de hoorn
toen ik je belde.
En je sprak ook zo snel, gejaagd.
Toen zei je al: "Dag."
Ik kon maar één muntstuk gebruiken.
De rest die ik had klaargehouden
rinkelde ironisch in mijn zakken
achteraf.

zaterdag 8 augustus 2009

Herkauwer

Er gebeurt elke dag veel om over na te denken maar in de drukte komt het er niet van alles weer naar boven te halen om te herkauwen.
En door dingen de herkauwen voedt de mens zichzelf nochtans op.

Gek

"De gek!" denken ze, " hij staart in het luchtledige!"
Hij kijkt naar een spinnenweb.

Mooi van de schoonmoeder

Ze zitten al een hele tijd buiten in de zon te praten, met zussen en honden en katten erbij.
"Wel, wat vind je van mijn man zijn nieuwe broek?" vraagt de vrouw (ze had al lang van haar een flatterende opmerking verwacht).
"Aha, even kijken, prachtig, ze staat hem goed."
"Had je dat dan nog niet gezien?"
"Ik heb naar zijn gezicht gekeken, niet naar zijn kleding."

Aansporing

Schaamte en vernedering die we moeten incasseren op één levensgebied sporen ons aan tot leeuwenmoed op een ander.

Vooruitzicht

Het meisje dat, liggend in de graskant, oefent om van het vrijen een mooi, bekoorlijk kreunspelletje te maken. Ze heeft verhalen gehoord van mensen die in hotelkamers de paartjes vreselijk te keer hebben horen gaan, lieftallig en grappig.
En binnenkort reizen ze ook.

Fair play

Ieder mens heeft zwakheden, heeft misstappen begaan. Je kent die. Dat kan je op momenten van spanning laten horen. Dat is misbruik. Je trapt een ander supplementair in de afgrond terwijl je met gelijke wapens moet strijden in een menselijk geschil in het gewone, dagelijkse leven.

Onvermoed

Het leven is vol van onvermoede plaatsen waar onvermoede mensen leven. Maar steeds maar naar het onvermoede toegaan vermoeit ons. Een mens wil ook een beetje vertrouwdheid soms, en rust.

Stemming

Muziek zoeken die bij je stemming past.
Je vindt hem niet.
Misschien is de stemming verkeerd
en moet ze alledaagser worden.

Weelde

I

Slank. Blond. Blauwe ogen.
Jong en mooi is het meisje van vijftien.
De jongens schieten toe.
Zij weet met haar weelde geen blijf.
Op het dorpsfeest komt ze uit een bosje bomen,
pulkt nog aan de rits van haar broek,
stopt haar T-shirt weer goed.
Aan de andere kant verdwijnt een jongen,
een krullebol met vingers die geproefd hebben
van jonge honing.

II

Oh! Een borst tegen zijn schouder.
Een been tegen zijn hand.
Stilaan in hem: warmte.
En haar ogen!
Schijnbaar nietsvermoedend kijken...
Dan zet ze zelf
zo snel de pas erin
tot ze kan zeggen:
"Krijgt de dame dan geen hand?"
Hand blijft in handje liggen,
een zoen komt langzaam op een wang.
Het hart blijft heel de avond bonzen.
En diep in de geheimste raten van hun lichaam:
de eerste druppels nectar.

Weten

Men moet weten wat men wil, en als men het weet moet men het alleen nog willen.

Gesprek

Na het uitspreken van woorden werd het stilaan ook tijd voor een gesprek.

Put

Soms kwellen mensen elkaar en duwen ze de ander steeds dieper de put in.
Om dat te kunnen moeten ze zelf ook steeds dieper zinken.

Weg

Wie op een verre reis gaat, laat beminden met een angstig hart achter
maar volgt zelf zonder veel nadenken het spoor van het avontuur.
"Ik kan van de wereld niet af," denkt de reiziger.
"Maar hij kan wel uit het leven," denken de beminden.

Nuance

De dag zelf heeft geen hoogte- en dieptepunten,
maar wel de mens die hem beleeft.
En met het leven hetzelfde:
niet het leven, maar de mens.

Dokter

De jonge dokter is zo aantrekkelijk, zo mooi gekleed -
en met de ziekte moet dus alles wel in orde komen.

Liefde

Wat alleen uit liefde mag: de pasgewassen haren van een meisje
droogblazen met eigen adem.

Bloemlezing

We bloemlezen uit de levens van anderen tot de mooie tuil die we zelf zo graag zouden willen zijn.

Ons

Het kindje van vier dat over zichzelf spreekt in de derde persoon:
"Marike wil ook een snoepje." Of zelfs: "Ons Marike is flink geweest, niet?" -
omdat ze haar ouders zo hoort spreken, vol liefde, over "Ons Marike" -hun dochtertje.

Stenen

De oude boer vindt hier en daar stenen op zijn land dat net geploegd is.
"Molleneieren" noemt hij ze, of ook "geburenmest."
Hoe creatief met woorden ook de boerengeest in de loop der tijden geweest is.

Gevallen engelen.

Je hebt het ongetwijfeld soms ook:
het gevoel dat het je met grotere middelen
allemaal beter zou lukken.
Als je een lichtere fiets had.
Als je een sterkere computer had.
Als je een snellere wagen had.
Als je meer geld had.
Als je meer geluk had.

Maar het zijn maar waanideeën.
Betere middelen geven inderdaad meer mogelijkheden,
meer geluk een grotere waterkans.
Maar als je zelf niet mee kan of mee wil:
het helpt je niet.

Als we gevallen engelen zijn
schuiven we de schuld best niet op anderen.
Als iets of iemand ons kan doen vliegen
zijn wij het zelf.

Kalender

De man vraagt steeds aan de vrouw:
"Wanneer moet het Grote Afval buiten?
Wanneer het Groenafval? "
Waarop de vrouw, die dan steeds voor hem op de kalender moet kijken, zegt:
"Je kan nochtans ook lezen en schrijven!"

Jong

Jong zijn is beschikbaarheid hebben.
Beschikbaarheid van vrijheid,
beschikbaarheid van tijd,
beschikbaarheid van lichaam.
Je kan ze gebruiken zoals je wil.
Doe het.

studentenmoed

De student die zichzelf moed inspreekt:
"Denk aan het meisje dat,
om met jou te gaan eten zoals ze beloofd had,
speciaal een les brost
en dan wuivend aan de ingang zit."

sokjes

De kleine sokjes van hun dochtertje
op het droogrek
tussen de slipjes van de man en vrouw.

licht

Wat hij vroeger over zijn liefje schreef klopt altijd nog.

God zit in je ogen.
God zit in je stem.
Ik hoor Hem en

ik zie Hem.
Mijn leven slibt
niet langer dicht.
Ik zie het licht.


Want God zit in je ogen,
God zit in je stem.
Door jou spreekt Hij

tot mij.
Door jou spreek ik

tot Hem.

vrijdag 7 augustus 2009

traan

ze zetten een nieuwe schaal bloemen op het kerkhof.
als ze de nieuwe bloementroost gieten loopt het water over:
een langgerekte traan op de grafsteen.

val

de oude vrouw is gestruikeld, met haar neus en oogkassen tegen de muur gevallen - bonk!
ze ligt nu beduusd na te zinderen in bed. dochter is gekomen om haar te verzorgen: ijs, zalf, een verband.
en of ze nu geen boterham wil eten, en wat er op moet?
"als er iets op moet - van die goeie hesp dan misschien, meisje?"
om aan te sterken.
"ja, van die goeie hesp zal ik er op doen, moeke!"
eten troost.

het wonder van verf

de oude deur heeft ze opnieuw groen geschilderd, en met de restjes de verroeste kruiwagen ook, na schuurwerk.
alles ziet er weer beter uit zo, en de oude vrouw voelt zich daardoor, godzijdank, ook weer wat jonger.
het werk heeft de leden versterkt,
de nieuwe kleur de moraal.

schaal

de zware schaal met uitgebloeide struikjes heeft ze het kerkhof afgedragen. het was een crevatie, goed om er aan onderdoor te gaan. thuis herschikt ze alles: minder grond, duurzame plantjes, lichter gewicht.
nu kan ze ze makkelijker weer terug op het graf gaan plaatsen.
maar mooier zou nog zijn: als de zoon nu eens meeging.

van pas

"het is moeilijk om van pas te doen voor de mensen. het is altijd te kort of te lang."
je vertelt te weinig verder of juist te veel, je komt te vroeg of te laat, je bent te familiair of juist te stijfjes, je bent te veel naar binnen gekeerd of naar buiten.
"het is moeilijk om van pas te doen voor de mensen. het is altijd te kort of te lang."

donderdag 6 augustus 2009

vogeltaal

de grootvader heeft zijn buitendruiven tegen de gevel van het huis begin augustus al met netten voor de vogels afgeschermd. "toch is er nog een merel tussengeraakt, maar ik had ze gezien en ze heeft moeten schreeuwen en fladderen voor dood voor ze toch nog kon ontsnappen! en nu zien we geen andere vogels meer."
"tegen elkander gesproken," zeg ik.
en hij beaamt: "ze wisselen zo'n dingen uit ('pas op voor die druiven onder dat net, blijf daar maar uit de buurt!'), zelfs onder mekaar, zodat een mus een tortelduif kan verwittigen."
grappig als je het je zo voorstelt: de vogels die met elkaar de laatste nieuwtjes uitwisselen, als chauffeurs over die nieuwgeplaatste flitspaal.

te midden van

"hij zat liefst alleen op de golfbreker," zegt de moeder over zijn vader. en de zoon, man nu, herkent er zich in, in het beeld van de gestorven pa die daar op zijn eentje, midden de golfslag, zit te mijmeren. nu pas is hij op de leeftijd dat hij vol herkenning met de vader zou kunnen spreken - maar hij is er niet meer.
al kan dat spreken nog wel - als ze met hun tweetjes zitten te mijmeren op de golfbreker.

samen

"met zijn eigen volk samen zijn, dat is het aards paradijs," zegt de oude vrouw die al jaren geleden haar man verloor. nu zijn er nog kinderen met vrouwen en mannen en kleinkinderen, en die zijn de eerste toeverlaat en de eerste vreugde.
maar het besef wordt na een pijnlijk verlies sterk uitgedrukt: "het aards paradijs."
o, als een mens het maar kon blijven bewonen en kon hij zieke en verlies maar ongedaan maken!

iets

"het is met alleman iets, zowel met ons als met een ander," - dat zijn de wijze besluitwoorden nadat er over iemand is geroddeld en gebreken en andere tekortkomingen aan het licht zijn gekolmen. dat uitslaande brandje wil men blussen en de gemoederen sussen. men scheeert iedereen dan maar over dezelfde kam, want alle mensen hebben hun gebreken en de pot hoeft de ketel niet te verwijten dat hij zwart ziet.
aan ons is er een en ander mis, evengoed als aan een ander - laten we dat indachtig zijn en dus niet oordelen, is de terechte strekking van bovenstaand afrondend zinnetje.

bewandeling

de kaarten liggen in de kasten.
je diept ze op.
je vinger trekt een lijn,
in gedachten ben je al weg.
je zet de schoenen klaar.
je vet ze in.
je masseert je benen.
wegen liggen te wachten op bewandeling.

heropstanding

als in de drukke loop der dagen een leegte optreedt, denkt een mens er soms weer aan dat hij nog bepaalde dingen in huis heeft of bepaalde dingen kan. ze krijgen weer ademruimte. hij kan gaan zwemmen. hij kan een hoopje informatie doornemen dat daar al lang te wachten ligt. hij kan een instrument bespelen dat hij nog onder de knie moet krijgen. hij diept het op uit de kast, al de rest ruimt hij uit de weg, hij heeft het gevoel van alle tijd en plaatst zijn vingers. klanken die hij haast was vergeten laten zich plots weer horen.
leegte en daardoor mogelijkheden in de drukke loop der dagen.
heropgestane glorie dient zich aan. en je herademt.

dialoog

je had uitgekeken naar een dialoog, maar het loop anders. je bent met drie. en het gesprek moet zich wat wringen, het kan niet gaan zoals verwacht en verhoopt. het is best gezellig, maar er ontbreekt een directheid die er met twee had kunnen zijn. de derde mag alles horen wat je met twee had gezegd, maar toch wordt dat nu niet meer gezegd, gewoon omdat je met een persoon meer bent. het is een welkome persoon, maar toch gaat in je gedachten het gesprek af als een gieter - alsof de wind plots gedraaid is. en er knaagt iets van ontevredenheid aan twee harten.

woensdag 5 augustus 2009

bad

het blauw van water in de zon - zelfs in een klein zwembadje in de tuin. je drijft, je lichaam wordt lichter. en rondom (rond of getand of gekarteld) het groen van lijsterbes, hazelnoot, esdoorn, moerbei, tegen de lucht. daar pluk je tussendoor bessen van. die maken je rood als een bloedende christus.
en dan een reinigend bad.

kort

de oudere man kijkt afkeurend naar het korte rokje van het meisje dat naar de begrafenis komt.
maar het leven gaat toch verder - het is al zo kort!

zeerust

wandelen langs de vloedlijn van de zee.
bij traag stappen zakken je voeten zacht weg in het zand.
je vermijdt krabbetjes en schelpjes.
kleuters komen bedremmeld het water uit gewandeld terwijl papa een fotootje neemt.
jonge knapen schuiven hun surfplank over de golven.
oma's roepen op kinderen die zich te ver de zee in wagen.
een man wrijft voorzichtig de rug van zijn vrouw in met zonnebrandolie. haar bh houdt ze angstvallig vast in beide handen.
redders toeteren naar al wie zich buiten de bewaakte zone begeeft.
meeuwen dobberen op het water en in de verte trekken zeilboten witte lijnen naar de hemel. een vakantiewerker roept wie oliebollen wil.
mama's kloppen het zand van zich af.
pubers doen hun zwembroek uit achter een handdoek.
vakantieliefjes lopen hand in hand de zee in en spatten elkaar speels met water nat. ze zoenen zout.

wandelen langs de vloedlijn bij de zee, een bij alle drukte toch zo rustig, rustgevend leven.

dat is jong

met wat een enthousiasme begint het jonge koppel eraan, aan de schoonmaak van het huis, aan het inrichten van de kamers, aan de renovatie van de badkamer, aan de isolatie van de zolder, aan het aanleggen van de tuin en het afpalen van een wei voor de dieren.
ze zien nergens problemen, ze zien nergens obstakels, ze zien nergens onmogelijkheden - en gelukkig.
ze kunnen de hele wereld nog veroveren, en dat zullen ze, de hele wenkende wereld van het voor hen liggende leven!

in gedachten mee op reis

toch altijd een beetje jaloers op wie op reis vertrekt. je hebt het al gehad, het moet nog komen, maar wie nu gaat lijkt alle geluk van de wereld te zullen vinden. het weer zal goed zijn, de kusten zullen zuchten onder de zon, de landschappen zullen betoverend liggen te blinken, overal zullen de mensen vriendelijk zijn en het gezin o zo welkom.
je zou mee willen reizen, het verhaal willen volgen van een droomreis, want zo zingt het in je gedachten. ze moeten dagboeken voor je bijhouden, ze moeten foto's voor je nemen, je zou samen met hen een beetje van de wereld willen inpakken en voor bekeken en goedgekeurd willen houden.

afscheid

in het putje van de zomer moet er afscheid van hem worden genomen. in de kerk speelt het orgel en zingt het koor om vergiffenis. er zijn woorden van meeleven, dank en herinnering. iedereen ziet beelden van de man voor zijn geestesoog passeren. dingen waarin hij goed was worden benadrukt - een stille boodschap voor wie achterblijft om te betrachten hem daarin indachtig te zijn. dank en doe na, gedenk en doe verderleven. straks is er een broodjesmaaltijd en de crematie waarna de bijzetting op het kerkhof.
in de kerkstoelen is de bekussing ingezakt. in het hout van de stoelen boort de houtmolm en de vlag van de congregatie is vergeeld van de jaren.
het volk praat met gedempte stem en er wordt over allerlei dingen in het leven onder de mensen verteld.

dinsdag 4 augustus 2009

soorten

"mij moet je niet op de kinderen doen passen, dat weet je," zegt de kleindochter tegen haar grootmoe. "ik wil wel je schuurpoort komen verven of de grote schoonmaak doen, maar op kinderen passen - dat niet!"
zo zijn er van alle soorten.
soorten die op kinderen of grote mensen letten,
soorten die willen doen en handelen,
soorten die willen uitvinden of ontdekken,
soorten die opdracht willen geven of opdracht willen krijgen,
soorten die willen onderwijzen of soorten die onderwezen willen worden.
van alle soorten zijn er gelukkig want
van alle soorten moeten er zijn.

schandalen

"dat geeft schandalen vanaf de straat!" zegt ze over de oude staldeur waarvan de verf afgebladderd is. geen mens die er allicht op let, de groene verfkleur overheerst nog flink, maar ze wil ze weer als nieuw, zo in orde alsof hier geen oude vrouw alleen woont maar iemand die het - een oude vrouw desnoods, maar dan samen met haar klussende man - helemaal in handen en in orde heeft. ze wil zich niet geven, niet toegeven aan het verval, ze wil blijven heersen tot in haar oude dagen, zo hoog in jaren en zo lang mogelijk - een prijzenswaardige gedachte die haar flinker op de been houdt dan ze anders nog zou zijn.

passen

"het past niet gauw, het is altijd wel iets," zegt de oude vrouw die een hele dag vrij zoekt om eens naar zee te gaan. "de ene of de gene komt, de auto moet naar de garage, je moet met het koor gaan zingen, het gras moet gemaaid, je hebt al eens met iemand afgesproken, de schoorsteenveger of de man voor de chauffage moet nog komen, iemand die de waterpomp nakijkt - zo gaat dat als je moederziel alleen in een huis woont."
"het past niet gauw, het is altijd wel iets" - ook in onze drukke levens: passen en meten om er alles in te krijgen wat we toch best wel willen. en ja, we willen vèèl!

licht

uit de donkere kamer kom je buiten in het helle zomerlicht, en je moet je aanpassen, als een zieke aan het volle leven weer. het priemt en prikt in ogen die een tijd voor de werkelijkheid verduisterd leken.

terugkeer

"bij de oogst vroeger in augustus was er ook altijd die wind," zegt de oude vrouw die het jaarsgewijs kan weten. "dan moest je de graanschoven op hun verweer zetten tegen die wind."
en nu, zoveel decennia later, is hij er nog, voelt ze hem nog, ten bewijze van de waarheid van weerspreuken en volkse wijsheden. ze zijn zovele malen zovele jaren en eeuwen getest, en blijken een terugkerend fenomeen in weer of in mensen: schijnbaar afgezaagde inzichten die, hoezeer de feiten de mensen ook kunnen spijten, des te onweerlegbaarder zijn.

klussen

een klus, een hele karwei, met materiaal dat moet worden uitgezocht en aangekocht, nog wat gereedschap ook, - je kan het zien als een last of als iets spannends, als iets dat moet of als iets dat màg en kàn. mogen-werk of moeten-werk, een projectje of een pijnpunt.
zie het als iets spannends, iets intrigerends, best, iets met puzzelstukken die in elkaar moeten vallen, en de voldoening dan.

mist

je bent gewoon rustig en warmpjes aan het fietsen als plots de mist neerslaat over het kustdorpje op het eiland.
plots, als een sneeuwbui over het land, als een hand voor een geeuwende mond,
als een knal bij een schot - en alles wordt koud op de fiets, aan het stuur, zo koud als de koude handen die rood beginnen zien van het getintel.
alles slaat om, zonder aankondiging, van het een in het ander,
als een ramp, als een bewijs dat het lot sterker is dan je wensen.

maandag 3 augustus 2009

bbq

berk, els en lorketakjes bij elkaar sprokkelen om er het barbecuevuur mee aan te steken. ze zijn gedroogd in de zomerdagen en vlammen lekker weg. dan de kolen gloeiend. langzaam op hoge stand bakken, langzaam op trage stand eten. uit de groente op tafel kiezen, uit de wijnen in de fles. gezicht in de avondzon, gelach in de lucht, gepraat onder de hemel in het koninkrijk van onze dagen die lang en zalig zijn nu.
achteraf legt zoon een klein kampvuurtje aan met het inbrandsteekhout dat over is gebleven.
gewoon op een plek aarde waar de vlammen niet tot bij het droge gras of de gestoofde struiken kunnen. spelen met de vlammen, ze van de ene tak op de andere laten overlopen als waren het lieveheersbeestjes. in het avondduister alles zien wegdeemsteren, een beetje nachtelijke kilte die al valt als aarde gestrooid over het vuurtje dat zijn deel in de gezelligheid heeft gehad- dag vlammen, dag vlammende dag en dag nazinderende nacht.

klimmen

hij telt af tot hij de Aconcagua in Argentinië kan gaan beklimmen. van de warme zomer hier telt hij af tot de zomer ginder. nu is voorbereidingstijd: zich arm kopen aan al het materiaal, trainen met stelselmatig tot vijfentwintig kilo wegende, opgevulde rugzak, op de loopband met optie 'steile helling'staan, de belastingscapaciteit van alle spieren, vooral de ooit gekwetste, leren kennen. en: zijn karakter verder blijven stalen, zijn uithoudingsvermogen testen.
de bergen op, de hoogten veroveren: het blijft zoveel mensen roepen. de eeuwige sneeuw, de ijle lucht - we willen hoger klimmen en onze relatieve laagte overwinnen. maar dat kan gewoon in het laagland, bij tegenslag bij voorbeeld, ook meer nodig zijn dan je zelf zou willen.

vrouwenpraat

"als het goed weer is, komen de vrouwen buiten!" en daar staan ze dan, lichtjes leunend op hun bezemstelen, met de verhalen van het weekend over de bezoekjes van kinderen en kleinkinderen en over dat mooi programma op de tv en over het weer gisteren en nu, en hoe het verder zal worden, en over de ziektes en ongelukken die links en rechts door een of andere snoodaard weer gul zijn uitgedeeld...
als het goed weer is, komen de vrouwen buiten om hun praatje te houden, maar ook bij minder kan het vaak nog wel op straat (praat gaat voor), en als het ronduit slechts is - wat is er mis met binnen?

reizen om te leren

de kleutermeisjes zijn op reis geweest en daar hebben ze allerlei geleerd. zo houden ze nu tentoonstelling met hun tekeningen en met brochures allerhande. grootva en grootmoe mogen komen kijken maar moeten eerst wel hun ticket betalen. ze krijgen een afslagbon toe voor als ze nog eens willen komen. dat willen wordt moeten, want je kan toch geen tentoonstelling opzetten voor een eenmalig bezoek? de meisjes zitten parmantig te controleren in hun zonnezeteltjes. grootva plaagt een beetje, en dan zegt meisje 1: "oma, jij bent lief, jij zal in de hemel komen als je later sterft - grootva zal nog een beetje moeten wachten."
opa, die grijs van haren is, maar zij noemen hem wit. "de witten," zoals zijn makkers zouden zeggen.
de witten geniet, en zijn vrouw (vrouwen verven hun haren, oma wordt gewoon genoemd bij naam) geniet mee - wat wil je, als je gegarandeerd de hemel wacht en rijstpap met gouden lepeltjes!

frambozen

in hun stadstuintje hebben ze drie struikjes frambozen tegen de houten schutting geplaatst.
de bedoeling was die te laten uitzwermen zodat het hout sierlijk met groen bedekt was.
nu blijken de frambozen zo lekker dat ze twijfelen: zouden ze grondig snoeien om volgend jaar weer meer vrucht te hebben, of laten ze het groen woekeren zodat de schutting, zoals oorspronkelijk bedoeld, deels verborgen wordt?
de oude strijd tussen schoonheid en nut. frambozen kunnen zo heerlijk smaken en anderzijds wil het oog ook wat: een vleugje natuur toevoegen dat cultuur vanzelfsprekender doet lijken.

het mes

ze doen wie het sterkste echtscheidingsfeit kan noemen.
"ze waren vijfentwintig jaar getrouwd en toen zei zij 'salu en de kost' en ze wou een ander leven beginnen."
"hij ging met haar zuster en haar drie kinderen samenhokken in plaats van waar zijn plaats was, bij haar zuster dus, zijn vrouw!"
"en toen zijn jongste dochter achttien werd zei hij: ' en nu ben ik weg, het heeft lang genoeg geduurd!'"
"en toen liep hij zeker met een ander van ook achttien jaar mee?"
"ge zegt dat, maar het mes moet nog wel snijden, he!" was de repliek.
het mes moet nog wel snijden - er moet nog olie op het vuur zijn, nog vlam in de pijp, nog hitte in het lijf, nog lust in de leden - het mes dat wel nog moet snijden, dus.

zondag 2 augustus 2009

overal en iedereen

"je moet niet beschaamd zijn, het stinkt overal even erg," zegt de man die de septische put (de beerput van vroeger zeg maar) komt leegtrekken. zijn tractor draait, hij legt de buizen open die het goedje naar de tank zullen vervoeren, met een paar krachtige stoten sluit hij de sloten tussen die buizen en op een drafje loopt hij de tractormotor op "zuigen" zetten. met de zuigmond roert hij de strontmassa op, hij spoelt alles nog eens na met een paar emmers water.
zo komt hij bij arm en rijk, en zoals al gezegd is het overal hetzelfde: het lichaam en hoe het functioneert en wat het voortbrengt. (glorie en afval en verval)
ik doe mijn hoed af voor de man en betaal hem en dan drinkt hij staande en nazwetend zijn pintje. ik zwijg en luister naar zijn praatje tussendoor over gewone dingen die veel zeggen.

golfslag

aan zee. zich sterk maken, opspringen, zich opgooien tegen de golven - dat zie je jonge knapen daar vaak doen. ze rillen een beetje , ze hebben misschien kippenvel van de kou maar ze rekken zich en maken zich zo groot mogelijk en springen op, net als weer een nieuwe golf komt aangerold. met hun borstkas gooien ze er zich tegenaan, hun ogen knijpen ze even dicht, hun haar verwaaiert en hun handen zijn tot vuist gebald voor de botsing. maar juist die botsing is hun magisch moment, de confrontatie die ze zoeken, en ze genieten puur van deze krachtmeting met een van de elementen. meeuwen dobberen op zee, verder aan de einder nog het rustige wit van zeilschepen, op het strand geroezemoes van het volk, maar hier tussen watergolf en mensenlichaam speelt zich meer af: inschatting en besef van de mens hoe klein hij is maar hoe groot hij wil en kàn zijn: jonge knapen die zich groter trachten te maken dan ze zijn en dan uitdagend opspringen tegen de hoge, ruisende, bruisende golven.

vracht

"ja, dat is lossen en laden," zegt de boer over de ezelin die kort na de worp van haar ezelsveulen allicht snel weer drachtig is. acht dagen na de geboorte van het kleine ezeltje lijkt de beste tijd om de merrie weer te dekken - zoals bij paarden. dus: pas bevallen, of weer vol. (de hengst heeft er geen moeite mee.)
of, zoals de boer zegt: "ja, dat is lossen en laden!"

vrijdag 31 juli 2009

hoeveel?

"jaja, het is voor iedereen zoveel niet," hoor je zeggen als iemand oud is mogen worden en vredig is gestorven. het is voor iedereen zoveel niet - de ene jammerlijk vroeg en de andere iets later, de ene jong en de andere oud - het is niet gelijk verdeeld in het leven.
de vrouw van goed zeventig hoopt dat ze er nog tien jaar bij kan doen (ze noemt namen van wie in de buurt die jaren heeft gehaald) maar het is voor iedereen zoveel niet (en ze noemt namen van wie in de buurt die jaren niet of zelfs in de verste verte niet heeft gehaald...)

slim

"niks zo slim als ne mens!" dat zeggen ze hier als iemand iets goed heeft gevonden, iets handig heeft uitgewerkt, iets knaps heeft in elkaar gestoken.
"niks zo slim als ne mens!" - en je kan het op veel toepassen als je aan de wereld begint te denken (de mier tegen de olifant) maar - de keerzijde - er is ook veel aan de hand, veel stront aan de knikker waarop het niet toepasbaar is en eerder huilen, huilen met de pet op.

vloekje

de garagist vloekt op de vrachtwagen die hij nu in zijn werkplaats heeft staan, en waaraan zo veel scheelt, en zo moeilijk te vinden ...
"ik zal ze vanavond weer goed moeten wassen," zegt hij, en wijst op zijn handen.
dat zwart van olie en smeersel in poriën en tussen vingernagels, dat vettige in haar en hier en daar waar handen kwamen aan het gezicht.
de garagist zijn vloek, en de schilder, en de straatarbeider, maar ook de bediende en de leerkracht en de prof en de burgie en iedereen in alle vakken wel zijn eigen aan het beroep geklonken kleine kruis om te dragen...
maar god ziet ons en hier vloekt men niet.

vol gemoed

"zijn gemoed schoot vol." met emoties, van verdriet, ontgoocheling, droefenis, gemis...
ja, waarmee schiet een mens zijn gemoed soms vol, zo op van die ogenblikken, onverwacht vaak, bij een woord, een blik, iets wat je in het oog valt omdat iets je gelijkaardig of ongelijkaardig wel of niet is overkomen... om iets wat in je hart heeft mogen leven of juist niet...
ja, waarmee schiet een mens zijn gemoed soms vol, wanneer, waarom, en met welk soort figuurlijke hete of andere tranen?

verwenverdeling

"ja, ge zijt gij verwend geweest," zegt vrouw tegen zus die met een boer was getrouwd, dus altijd samen aan het werk op veld of in stal, en die nu klaagt dat het alleenzijn zo zwaar valt na zijn veel te vroege dood. "ge zijt gij verwend geweest," - dat dus zegt zus die met een handelaar was getrouwd, altijd de baan op, maar nu op zijn pensioen is hij toch mooi altijd bij haar, haar gezel, haar chauffeur, haar handlanger.
maar zussen mogen niet vergelijken en er is geen beginnen aan te gaan redeneren over waarom de dood wie wanneer waarom heeft weggenomen, en hoe de dood onder de levenden verdeeld is...

miserie troef

"op ons jaren klapt een mens meer over miserie dan over iets anders," zegt buurman. en zo is het, maar hij gaat er toch ook een beetje in op, weten wat er zoal met iedereen aan de hand is.
domme ongelukken die mensen overkomen, naweeën van operaties of onverwachte moeilijkheden bij herstel, zelfmoorden (" hij heeft hemzelf te kort gedaan," zegt men hier), echtscheidingen, allerlei ziektes die allerlei mensen, met naam en toenaam genoemd, op het lijf zijn gevallen.
ik gruw er altijd een beetje van, zoveel ellende telkens op een hoopje, en het staat niet eens in de krant, dus niet eens wereldnieuws natuurlijk: dagelijkse kost.
ik gruw er van, maar altijd moet een mens ook rekening houden met.

kraai

"een vliegende kraai heeft iets," zegt de moeder altijd, dus blijft ze in beweging en op stap. ze stapt, ze fietst, ze bust en treint, ze rijdt auto en komt op al die manieren bij mensen aan. daar krijgt ze een zakje nieuwe aardappelen, wat tomaten uit het serretje, de eerste appelen, aalbessen uit eigen tuin, eieren van de eigen kippen, een interessant bericht uit de krant.
"een vliegende kraai heeft iets" - en zo verzamelt ze, dus zou het ook de spreekwoordelijk stelende ekster kunnen zijn - maar van stelen is er geen sprake: het geven is altijd gul en van ganser harte.

ballentijdperken

de ballen in het tuinhuis dateren nog uit de glorietijd van de rode duivels en zijn slap geworden. maar de jonge kozijntjes weten ze nog altijd te vinden als ze de tuin in komen gestormd. dan vliegen de oude voetballen meteen door de lucht alle kanten op. ze maken een 'woosh'-geluid als je er een trap tegenaan geeft, en veel accuraat mikken kan je er ook niet mee, maar het blijft pret.
later vind je ze ergens in een uithoek van de tuin terug. je geeft er zelf nog wat trapjes tegenaan en denkt aan vroeger toen eigen zoontje...
tussendoor raap je wat afgevallen appelen waar in de door vogels uitgepikte holtes plots wespen blijken te zitten zodat je de appels vlug vlug van je wegslingert uit angst voor beten.

contact

broer belt uit het buitenland. gelukkig stelt hij alles niet mooier voor dan het is, of je wou naïefweg meteen weer weg. te warm, of op het randje van, verkoudheid van de airco 's nachts waarzonder je anders nauwelijks zou kunnen slapen, iemand hoofdpijn, last van de maag... kleine ongemakken die je thuis ook kan hebben.
de telefoon brengt hem dichterbij, en ik ben er blij om. geen gsm, gewoon een goed ouderwets telefoonhokje, en thuis hoor je hem over de landlijn.
vreemd besef dat er landlijnen zijn, en zijn gsms dan gewoon luchtlijnen, golven van mast tot mast? soms wou een mens dat hij voor ingenieur had gestudeerd maar je kan ook gewoon nieuwsgierig zijn en vragen of zoeken. antwoorden zijn er om te krijgen op vragen die je stelt.

grazen

hij heeft zo zijn favorieten onder de tafelkleden voor de ronde keukentafel. het lichtbruine met allerlei motieven uit de groeistadia van de olijf. het stemmige rode kerstkleed met honderden keren, zonder overladen te zijn, daar het kerstgezinstafereel op van de stal, het paaskleed met zijn geel en groen en het gevoel van lente (met daar de gepaste ei-en-haas paasservetten bij, oh!). en het lichtgroene met vredige taferelen van de boerenbuiten: koe met kalf, schaap met lam, haan met hen - in twee brede stroken over de ganse lengte afgebeeld en dan nog eens afzonderlijk elk in aparte vakjes.
weinig is vrediger en rustgevend dan grazende dieren in een wei, bij droog weer in lente, zomer of herfst, bij de eerste zonnestralen of de late, zachte avondzon. grazende dieren, hun geconcentreerd eten en stapsgewijs verdergaan ondertussen, de gebogen halzen, de vliegen wegtrillende huid, de zwiepende staarten, met even geloei of geblaat of gehinnik tussendoor. daar naar kijken, daar tussen zitten, daarbij rust en vrede zijn.

donderdag 30 juli 2009

weidebegrenzingen

paarden en ezels en koeien en schapen en geiten - allemaal hebben ze de neiging om met uitgestrekte hals en platgelegd hoofd zoveel mogelijk net even buiten of onder de afspanning te gaan grazen als het nieuwe van de wei er af is. er staat nog sappig gras genoeg misschien, maar ze kijken verder en nieuwsgieriger en gulziger.
zo ook de mensen. er is nog aanbod genoeg in hun plaatselijk leven, maar het voelt te afgeperkt aan en terecht gaan ze al reizend even buiten de vertrouwde weiden grazen.
misschien nog te weinig, want de wereld heeft weiden in overvloed, sappige en andere, in allerlei soorten die roepen om tot verrijking of inzicht belopen te worden.

ongehoorzaam

de kastanjelaar laat zijn niet-eetbare, in stekelige bolster gevatte vruchten vallen. altijd wegrapen voor je het gras afrijdt of je hebt kastanjepuree.
en met de eik hetzelfde: eikels die je telkens weer op mag rapen, ten hoogste om de vruchten zonder dopje aan de vetkalkoenen te voederen.
de den laat gul zijn dennenappels vallen op de oprit. buurvrouw is verbaasd dat het er zo lang zo veel kunnen zijn. maar ze stookt ze op in de kachel of in de bbq: ze zijn rap droog en licht ontvlambaar.
de notelaars staan, ietwat dom van de gemeente, net naast het fietspad geplant: goed om schaduw te geven maar als de bolsters en de noten - hoe welkom ook - vallen, schuiven de fietsen en vallen de berijders.
zo heeft alle groen zijn nadelen voor de mensen die het eigenlijk ondergeschikt en helemaal gehoorzaam aan hen zouden willen maken.
om van al die andere kleuren nog te zwijgen!

problemen zijn er om op te lossen

ze gaan snorkelen aan de rode zee, de wondere wereld onderwater met koraalriffen en exotisch vissenleven verkennen. hij is niet zo'n waterkieken en koopt zich dan maar een zwemvest om toch probleemloos mee te kunnen drijven en genieten. probleem opgelost.

zij gaan met een ganse kliek vrienden verblijven en wandelen in de bergen. hij heeft hoogtevrees maar wandeling na wandeling leert hij zijn grens wat verschuiven. en als de hoogteverschillen te groot zijn blijft hij in de vakantiechalet, ruimt op en kookt lekker voor al wie straks vermoeid terugkeert. hij zal hun verhalen als beloning krijgen. probleem opgelost.

woensdag 29 juli 2009

zwijgplicht

"zwijgen kan niet verbeterd worden," zegt de moeder tot haar dochter. eenvoudiger gezegd dan met het goud en het zilver, maar even duidelijk waar. mensen zijn zo rap op hun tenen getrapt en zo gevoelig aan kleine maar veelzeggende details in het spreken die hen een trapje lager lijken te plaatsen dan anderen, die hen jaloers maken of wantrouwig, hoe onterecht ook.
zwijgen dus ten gepasten tijde, opdat de ander niet te veel of niet verkeerd denkt, opdat de ander niet zou zien wat er niet is tenzij in zijn of haar eigen op hol slaande gedachten.

zangweerklank

het is de kleine, betonnen brug van een spoorwegviaduct. een fiets- en wandelpad lopen er onderdoor. veelkleurig graffitti op de wanden en slagzinnen hier en daar. die van "hup, makker!" is geslaagd genoeg om hem hem aan het denken en doen te zetten.
hij gaat midden onder de betonnen brug staan en heft een lied aan, een sterk melodisch lied met een krachtige boodschap. dat zingt hij onder de brug voor zich uit, omdat het hier zo goed klinkt, als in de lege woonkamer van een nieuw huis of in een grote traphal. hij herhaalt het met alle mogelijke stembuigingen, toontjes hoger en lager, als een aansporing tot zichzelf.
omdat het hier zo goed klinkt, met immense zangweerklank, zo verdubbeld als hij zelf zou willen zijn.
dit krachtdadig lied blijft gelukkig lang weergalmen in zijn hoofd, als onder die brug, in zijn door dit wonderlijk zingen versterkte, eigen kleine leven.

hoogdagen

"dat zijn altijd hoogdagen voor mij," zegt de vrouw. iets met haar zoon bezoeken, en het gevoel zo welkom daar altijd te zijn. kerkelijke hoogdagen, jawel, en het kerkkoor waar haar man vroeger in zong, maar dit is feestelijker wegens meer verbondenheid van bloed dat trekt.
dat is velen uiteindelijk het dierbaarst: de naaste familie, de kinderen en hun kroost die een beetje mee die van grootva (r.i .p.) en grootmoe is.
hoogdagen, som ze op en maak kolommen en zie wat en wie je nauwst aan het hart ligt.

overdracht

wat had de grootvader de kleinzoons veel kunnen leren - als hij was blijven leven. allerlei kennis en kundigheid en handigheidjes die hij in zich had zie je in potentie ook in de kleinzoons aanwezig - maar omdat de vaders bij die overdracht blijken overgeslagen komen die nu in de kleinzoons trager, moeizamer tot uiting. want iets zien doen zorgt ervoor dat je ook zelf doet, en iets helpen doen hetzelfde. maar iets niet zien doen...
na al die jaren beseft de vader het des te duidelijker: er is veel verloren gegaan - een ganse mens en alles wat hij in zich droeg. en hij poogt te herstellen, goed te maken, op zijn beurt beter door te geven, als eerbetoon ook. hij ziet de zoons groeien, evolueren, altijd meer kunnen en kennen, van allerlei soorten, maar toch ook van de soorten die grootvader in zich droeg.
als hij maar was blijven leven...

boerengroen

boerin die alleen zit wil de deuren en poorten van de oude boerderij geverfd zien: boerengroen, als in een plaatje van vroeger. kleindochters van achttien à twintig die al niet meer met de ouders mee op reis gaan zullen komen helpen. ze trekken een oude, groene werktenu van gestorven grootvader aan en gaan aan de slag: voor de eerste keer verfwerk doen. wat extra groen op de werktenu valt niet op, wel in hun blonde haren, op hun jonge handen. maar daartegen kan je ze wassen. grootmoeder vindt het een hartverwarmend gezicht: de kleindochters zoveel jaren later springlevend komen helpen in de werkkleren van hun peter.
"dat zal de laatste keer zijn dat ik het doe," zegt grootmoe die nog mee helpt strijken. "misschien wel, meter," zegt een van hen, " maar volgende keer zit je er dan in je rolstoel bij!" en zo houden ze de hoop springlevend: grootmoe mag nog lange niet weg, ze hebben te veel aan haar aanwezigheid, haar warmte en haar wijze preken, grootmoe moet op de boerderij blijven leven en het verleden in het heden houden minstens tot ze honderd wordt!

in dezelfde schuif

"die twee passen in dezelfde schuif," zegt ze over haar zus en diens nichtje, haar eigen dochter.
ze nemen het in het huishouden niet altijd strikt zo nauw, vegen komt achter, het leven gaat voor, ze ontvangen liever meer mensen en bieden ze te drinken en te babbelen aan, ze gaan graag op stap en op uitstap, ze zitten graag volop in het mensenleven, hun gulheid kent geen grenzen en ze zijn met iederen begaan.
is het dan niet mooi, dat ze passen in dezelfde schuif? die past op haar beurt goed in het genietdeel van de kast waar staat aangetekend: hier opentrekken voor de ganse volheid van het mensenleven!

een droom van een hond

haar vage diepzeeduikdroom heeft ze ingeruild voor iets concreets uit de grensstreek van haar andere dromen: een springlevend, jonge hondje, border collie. springlevend zal zij zijn (zij is een teefje), werkzaam in het drijven van hun hobbyschapen, harmonisch naast haar voorthuppelend bij wandelingen en strakker in het gelid bij canicross, zij zal luisteren naar de woordjes in haar stemgeluid:" walk on, steady!" en naar haar fluitsignalen later. ( het fluiten zal zij wel van de jongens leren nu zij veertien is geworden)
voorlopig zit zij nog in het moedernest maar spontaan kwam zij als eerste naar het meisje toegelopen toen ze er eentje mocht kiezen: gelukkig uitverkoren. nu nog zoveel nachten slapen en het dolle hondje is er: dat wordt aftellen en vooruitdromen. het meisje stapt mogelijke wandeltochtjes in steeds bredere bogen omheen hun woonplaats en ziet de border collie in haar gedachten zo tot volle wasdom komen. ze kijkt met andere ogen, met hondenogen, naar de schapen. ook leert ze tussendoor van buurjongens achter tuinhagen fluiten, in afwachting van later als haar droom in zwart en wit over de weiden heen en weer crosst.

schaduwspringen

een zomeravond met zachte late avondzon. die zon dringt de ganse dag niet door tot hun kleine, tussen andere huizen ingesloten koertje. daar staat een grote trampoline die haast de ganse ruimte inneemt. we passeren op het smalle fietspaadje langsheen de huizenrij en zien vader en kinderen springen dat het een lieve lust is. ze gaan hoog en maken tussendoor speelse bokkensprongen. ze joelen en juichen, zelfs in de schaduw. ik zou er de zon op het gelaat nog bij willen hebben, maar zij zijn doodgewoon gelukkig, hun plezier kan niet op.
ik zal ze als een voorbeeld voor me nemen: blij zijn on the dark side of the moon.
de volgende avond rijden we er opzettelijk weer voorbij. ze genieten evenzeer bij een springen dat dag en nacht door lijkt te zijn gegaan. en ik probeer mee te springen, in gedachten blij en uitgelaten, zelfs in de schaduw.

dinsdag 28 juli 2009

uitstraling

"straal je natuur uit!" zegt de reclame voor valvert mineraalwater uit de ardennen.
doen dus maar, je natuur uitstralen, al heeft hij ongetwijfeld ook wat opsmuk en verfraaiing nodig als alles in de reclame.
water uit een groene vallei, water dat sprankelt, water dat nieuw leven geeft, haast christusgelijk.
"straal je natuur uit!" - met wat verglittering desnoods, maar laat het oerproduct zo sterk en stabiel, zo stevig en degelijk zijn als enigszins mogelijk.

prijs!

waarvoor zou hij ( als in de tour de france voor strijdlust ) de prijs mogen krijgen?
voor goedlachsheid, vriendelijkheid, gulheid, minzaamheid, openheid, werkkracht, inzet?
waarvoor zou zij ( als bij een overwinning in de grote rittenkoers ) mogen worden op de wang gekust?
voor haar zelfwegcijfering, haar oog voor details, haar mensenliefde, haar ijver, haar alledaagse nuchterheid, haar ontroerende glimlach, gewoon voor zichzelf - zoals ze helemaal is?
ja, waarvoor zouden hij of zij de prijs mogen krijgen?
prijzen zijn er toch voor iedereen, veel is een gave die soms eens een kleine erkentelijkheid verdient.

goed en meer

"ge komt altijd goeie mensen tegen," zegt de oude vrouw die veel met het openbaar vervoer reist. ze is immers soms haar weg of het noorden kwijt, en als ze dat laat horen of blijken, bewust of onbewust, is er altijd wel iemand die haar figuurlijk bij de hand neemt en op het goede spoor zet - soms haast letterlijk ook, in stations.
"ge komt altijd goeie mensen tegen," - zo is het, mensen van alle slag, jong en oud.
"respect, da's klasse!" staat er op treintickets bond-zonder-naamachtig te lezen, maar ook dat is waar, om dan nog niet van gewone, kleine, dagelijkse mensenliefde te willen spreken, bladgoud dat schittert waar je het niet eens had durven vermoeden.

kleingeld

muntjes van 1,2 en 5 cent hebben ze maandenlang of langer in een grote pot apart gelegd - om de zakken niet nodeloos te verzwaren. maar nu zitten ze ermee, en alles moet worden nageteld om bij de bank uit te wisselen tegen forsere bedragen. honderden centjes tellen tot je ervan duizelt, maar je komt uiteindelijk bij getallen voor de komma uit.
is er niet zo heel veel kleingeld in ons dagelijks leven, en krijgen die kleine gebeurtenissen geen grotere gloed als je ze na langere tijd met een bredere blik in dankbaarheid overschouwt?

verzonniging

plots merkt hij dat hij, luidop, zichzelf in de spiegel toespreekt, niet met zijn eigen stembuigingen, maar met de toon van een vriend die hij heeft, een optimist, een grapjas, een levensgenieter. zichzelf spreekt hij zo moed in, zichzelf doet hij zo dingen relativeren, zichzelf doet hij dingen op die manier in een ander licht zien. in een spiegel, waarin hij alleen maar zijn eigen gezicht ziet, maar het leven wil hij meer leren zien met de levenslustige, sprankelende, juichende blik van die ander wiens stem en goedlachsheid hij imiteert - ter navolging, tot verlichting en verheldering en verzonniging van zijn eigen leven.
het werkt, het truukje, en nu daarvan nog bestendiging!

goudsbloem

de meter vertelt hoe ze vroeger haar man voor zijn zondagvoormiddagse fietstocht helemaal met goudsbloemenzalf moest insmeren voor betere beweging, vlotter ronddraaien, minder pijnljke, lichamelijke naweeën als het een tocht in de buurtheuvels was. zie je het voor je? de oude man op de massagetafel bij wijze van spreken, zijn oude lijf van goudsbloemenzalf glinsterend als een harnas, klaar voor de strijd met de fiets tegen de binnenlandse bergen. de vrouw deed het, met liefde, al die vertrouwde lichaamsplekken. en dan stond hij, oud van jaren toch, klaar voor de tocht: een verrijzenis, een heropleving van grijs naar goud en van dit oude goud bij elke lichaamstinteling genieten.

vel

"mijn vel is zo dun geworden," zegt de vrouw van bijna tachtig, "iedere keer als ik ergens tegenaan stoot of met iets wat heviger in aanraking komt, krijg ik blauwe plekken of gaat de huid stuk." het is oud worden, een teken daarvan, maar voor de rest geeft ze niet toe aan haar leeftijd. bij de gepensioneerdenbond wil ze bewust niet omdat ze dan " zo oud is". zoveel mogelijk trekt ze alleen haar plan, hulpeloosheid op haar jaren wil ze zoveel mogelijk verbannen. ze promoot beweging en past het principe zelf toe: zoveel mogelijk zelf, een ganse grote tuin nog onderhouden met hier en daar een beetje hulp. nog overal naartoe, met de eigen auto in de buurt en verder met het openbaar vervoer: ze ziet het als een uitstap. haar eigen was en plas, haar eigen gang, ze wil zich zoveel mogelijk alleen uit de slag trekken. dun van vel geworden, jawel, maar een taai vel blijft ze!

zaterdag 25 juli 2009

eerst

"ja, daarom hebben wij zo vroeg een huis gebouwd, de kinderen net geboren, omdat zijn eigen vader vroeg gestorven was, en dus dacht hij dat het hem wel hetzelfde zou vergaan," zegt de oude vrouw over haar echtgenoot: een bezorgde, zorgende man die wou dat vrouw en kinderen op zijn minst een stevig onderkomen hadden in de moeilijke wereld voor hij daar zèlf niet langer voor zou kunnen zorgen.
" en toen hij dan toch oud was geworden wou hij alle serres afbreken die hij had laten bouwen opdat zijn vrouw en kinderen niet met de afbraakmiserie daarvan zouden zitten als hij eerst stierf."
zoals gebeurde, maar de serres waren daartegen lang weg, hun ijzer verkocht, sommige delen tot hobbyserre voor vrienden verbouwd...
een man die eerst en vooral aan vrouw en kinderen denkt, zij zijn zijn grootste geluk en grootste bekommernis. zo een man.

eigen kweek

hij voelt weer zin om een serretje en een lapje pure grond te hebben om zijn eigen tomaten en groenten te kweken nu hij zelfgekweekte, lang aan de plant gerijpte tomaten van buurman heeft gekregen en verwonderd staat hoeveel sappiger ze toch smaken.
zin zoals wanneer hij voorbij volkstuintjes fietst waar iemand het aardappelloof tot op de laatste patat uitschudt, of zelf gedopte boontjes plukt, of uit de eigen boom geplukte kersen in wat zakjes op een gammel stoeltje langs de fietsweg te koop zet... wie wil doet een duit in het zakje en kan van eerlijk gekweekte fruit en groente smullen.
ja, veel zin voelt hij dan weer, dus nu er alleen nog werk van maken en evenveel prettige moeite doen als al die fiere, voldane volks- en hobbyhoveniers rondom hem, in alle weer en wind, in goede en kwade tuindersdagen...
komaan jong, groene handen uit de mouwen steken!

brieven

terwijl het oudere zoontje door de kinesist onder handen wordt genomen, zit de moeder met haar kleine dochtertje in de wachtzaal briefjes te schrijven, gewoon, linkshandig, met het kleurrijk briefpapiertje op haar knie. "het oudste kind of neefje of nichtje zal op kamp zitten," denk je, "want van en naar kampen worden er nog steeds briefjes en kaartjes gestuurd en geschreven, eigenhandig."
jawel, het blijft iets hebben, van iemand op vakantie een handgeschreven bericht toekrijgen, gewoon per post, gewoon de brievenbus binnen. je ziet het blijde gezicht als het kindje haar briefje uitgedeeld zal krijgen van de leiders, je weet hoe de mama wacht op het eerste kaartje, al komt het misschien pas nà de kampdagen toe...
de mama hier moet niet lang denken wat ze zal schrijven: het komt vanzelf uit haar pen gevloeid, alleen de opfleurende tekeningetjes in de marge laat ze onbeschreven. en als een briefblad aan beide kanten bijna vol is geeft ze het door aan het kleine dochtertje: die mag van een een kleefverzameling leuke figuren nog iets extra op het briefje plakken, of er een eigen hoekige tekeningetje bij maken, met het tongetje ijverig uit haar mond.
het leven van een klein gezin speelt zich op heelwat fronten tegelijk af, op andere plaatsen toch altijd met elkaar verbonden.

ballast

"nee, ik weet niet wat je mij kan kopen, ik wil niet dat je mij iets koopt, het is alleen maar ballast," aldus oude moeder tot zoon in de dagen naar haar verjaardag toe. ze heeft genoeg vaasjes, tafelkleden, bloempotten, keukengerief, decoratiestukken, prullaria...
"weet je wat, koop mij een meloen, zo eentje uit de provence, cavaillon, die eet ik het liefst, die watermeloenen zijn toch maar water, en kersen en aardbeien heb ik nog. fruit, dat kan ik altijd eten."
en dat is wat de zoon doet, hij dringt niet meer aan, hij weet dat wat zij zegt terecht is - een generatie jonger nochtans begint hij nu voorwaar al hetzelfde te denken: zoveel is ballast en je zit er vooral mee opgescheept en het ligt daar te liggen... deze dagen heeft hij mee keukenkasten en kelder helpen opruimen, en hij heeft genoeg gezien, en zich in gedachten ook afgevraagd: "hoe komt het in hemelsnaam allemaal bij een mens terecht?" zo dus: via verjaardagen en andere gelegenheden, eerst uit nood maar uiteindelijk uit overdaad. met de gevolgen die je nu draagt: ballast, en alles één voor één in handen nemen en overwegen om weg te gooien, en dat ook doen, opdat het bootje waarvan je mede kapitein bent wat lichter, blijmoediger, ongeremder zou kunnen varen...

vrijdag 26 juni 2009

weinig of meer

"als je tegen zo weinig kunt, is de vriendschap klein," denkt ze, maar ze zegt het niet. men staat niet voor haar te springen, men is niet zo hartelijk tegenover haar, maar ze rekent het de ander niet aan en blijft haar best doen om zelf al wat ze kan te doen voor die ander. en misschien leert die dan inzien, hoopt ze, misschien gaat haar/hem een licht op, misschien leert hij/zij meer aanvaarden en wil ze toch meer licht dan donkerte zien schijnen, meer goeie wil dan kwaaie.
tegen meer van die ander willen kunnen, en de vriendschap wordt groter.

volharding

er is voor alles veel volharding nodig voor je het tot een goed einde hebt gebracht. en als je er voor staat, moet je er door. dus volhouden, niet opgeven, moed, daadkracht, de beuk erin, doorzetten, de aanhouder die wint, de loper tot de finish, de fietser tot de streep, de klimmer tot de top. al je kracht er in leggen, er met je hart en je wil bij zijn, hard als het soms mag zijn: volharding hoog in het vaandel voeren.

dinsdag 23 juni 2009

moedig

moed bijeenschrapen uit alle hoeken. uit het weer, uit het groen, uit de bloemen, uit de winterkou, uit de trouw en aanhankelijkheid van dieren, uit de ogen en de lichaamstaal van mensen, uit hun verhalen, uit hun sterke en wijze of grappige woorden, uit hun gedeelde ervaringen en inzichten, uit al wat er al in de wereld gemaakt en gedaan is ten goede, uit alle contact met mensen, mensen die hun best doen en elke dag weer goede moed aan de dag legggen: dank u, ik zie, ik ervaar en ik neem iets van die kracht mee over om er me ook mee op te laden.

hooitijd

de zon zal een paar mooie dagen lang schijnen. het gras staat hoog en fris na voldoende regen. dan moet het gemaaid en in de warmte al snel gekeerd zodat het in alle hoeken en kanten mooi gedroogd de wagen op kan, de stallen en de schuren in voor de kauwende dieren die gevuld willen worden als het koud en weideloze winter is.
de gelegenheid benutten, de beste dagen gebruiken als ze zich aandienen: make hay while the sun shines!

krachtdadig

"je moet er invliegen!" - een goede slogan om mee van start te gaan, om voluit te kunnen gaan, om er het beste van te maken, om niet uit te stellen, om geen half werk te doen, om het goud uit de mond van de ochtendstond te zien blinken, om van jezelf tevreden te zijn en terug te kunnen blikken op wat zonder dralen gepresteerd werd. je moet er invliegen met al je vleugels gespreid, met al je spieren aan het werken, met al je aandacht op de taak geconcentreerd. er invliegen, en tevreden uit de strijd met al wat er te doen valt komen.

maandag 22 juni 2009

benzine

de bevriende motorrijder belt: "over drie kwartiertjes ben ik er!" dat worden bijna twee uur, en na vruchteloos opbellen neemt de angst dat er iets gebeurd is almaar toe. allerlei spookbeelden flitsen door het hoofd van wie hem verwacht. de minuten lijken elk op zich uren te duren, het hart bonst. ijsberen, nagelbijten, tandeknarsen. tot hij arriveert en wij hem opgelucht op helm en schouders kloppen. en? zonder benzine gevallen omdat het verklikkerlichtje niet juist functioneerde. en gebaren gemaakt langs de autosnelweg tot een andere motard hem een lift gaf en ze een jerrycan benzine konden halen. oh, een berichtje had veel onrust weggenomen, maar er was almaar groeiend het diepe besef hoe dierbaar iemand is. en hoe in een vingerknip onheil zou kunnen gebeuren dat we afweren met alles, alles wat we vermogen.

zondag 21 juni 2009

kansen

wat je nalaat, wat je niet aankan, wat je niet doet als het zou kunnen en gewenst is, keert zich tegen jou. later, als je beseft en je er spijt van hebt: inzicht.
maar er zijn altijd nieuwe kansen.

confrontatie

men moet het onder ogen zien. men moet het confronteren. men moet er los door, er op en er over. ontsnappen helpt niet: er zijn de feiten die dwingen. manmoedig klaar staan en schreeuwen: ik overwin.
zo gaat het haast elke dag wel met iets.

woensdag 17 juni 2009

zo'n zoon

bij de kapster klaagt ze haar hoge nood. daarnet zat ze, onder de knipschaar, op de kapperstoel nog af te lopen als een wekker - nu blijft ze in het deurgat staan terwijl de haarmevrouw zich tracht te concentreren op wie ze nu onder haar handen neemt. de praatster heeft wallen onder de ogen, ze is mager en taai van spanningen, ze raakt tussendoor telkens de arm van de coiffeuse aan, als om de bittere woorden dieper tot haar door te laten dringen.
over haar oudste zoon heeft ze het, weerspannig als geen, pas ongeluksgetal dertien, o zo moeilijk op school maar daar zien ze ook geen oplossing, hij blijft 's morgens liggen in zijn bed of er onder als ze hem naar de klas toe wil jagen. hij dreigde haar ooit al met een mes. ze gaf hem een nog langer en scherper uit de keukenlade en gilde: "steek maar, steek dan toch!" maar toen draaide hij zich om en liep weg.
nu weer: altijd en voor niets anders oog of tijd: bezig met zijn spelletjes, of zijn broer tergen tot de dood, en in bed willen blijven als het toch dringend schooltijd is en zij moet gaan werken. hij moet het huis uit, want ze betrouwt hem voor niets: wat spookt hij er anders misschien wel niet uit?
er zijn in haar leven blijkbaar mannen met voornamen naar wie ze kan bellen, maar het lijken geen papa's en minder nog opvoeders. ze belt hen, en ze zeggen: "haal er de politie maar bij!" en dat doet zij - wat doe je tegen zo'n verdomse rebel als kleine vrouw? en de politie komt, en dreigt met jeugdgevangenis en heropvoedingsgesticht... en begrijp je, zegt ze, hoe ik helemaal tilt sla en met de handen in het haar zit en niet weet wat ik moet doen?
en de kapster knikt en de ondertussen gekapte man heeft het met stijgende verbazing aanhoord en hij heeft er geen woorden voor, de klacht was duidelijk niet tot hem gericht, hij zat er met een soort gêne bij, maar zover was de vrouw duidelijk al heen: tot niets nog bij machte, wanhopig, ten einde raad - ze wou dat de hele wereld het hoorde en haar zou helpen. en de kapster helpt door te luisteren en voor de rest wacht ze nu nog op de hele wereld en op dringende, wanhopig afgesmeekte hulp voor ze er zelf helemaal bij instort.

voorts

"voetsj es het geen kontrare," hoor je iemand over iemand anders zeggen, en het is moeilijk even treffend te vertalen. "voor de rest is ze de slechtste niet." "voor de rest is er niks verkeerd met haar." het venijn zit hem in "voetsj" - "voor de rest." wat is er dan immers niet zo fameus aan haar, waar is er wèl over te klagen?
en zo is het met iedereen: zwakke punten ken je, die vallen je op, maar schuif daarom de goede dingen niet onder de mat. iedereen heeft zijn sterke punten - en daarnaast zijn er natuurlijk de uitschuivers waar elk karakter wel eens mee tegen de vlakte gaat. daar slaan de vonken af, en die vallen ons des te beter op.

eisen

"ze waren er bij mij niet zo gemakkelijk van af gekomen," zegt de vrouw tegen de zoon die wat braafjes is aan de telefoon. zij had aangedrongen, hoge nood gezworen, overdreven, enigermate gedreigd - maar hij vindt het antwoord en de vraag tot uitstel aan de telefoon begrijpelijk.
en toch: hoe hard moet je het spelen, tot aan welk uitroepteken moet je op je punt staan, hoezeer moet je je opdringen om te krijgen wat je wil bekomen. de wereld is aan de durvers, de wereld is aan de roepers, de wereld is aan de tafelspringers, de wereld is voor wie de wereld opeist.

spijt

ja, ik kan me voorstellen hoe je nu sterft van spijt, zegt ze, en dat is sterk uitgedrukt: sterven van spijt. maar jawel, tijdelijk voelt het zo aan: een vreselijk gemis aan waar je niet bent, wie je niet ziet, wat je niet meemaakt, en dat zó als een gat in je wereld ervaren. je had er willen zijn, je had er willen praten, je had er willen beleven - maar nu moet het gewoon met hier en nu, en dat komt op de altijd teleurstellende tweede plaats. sterven van spijt - maar het kan ook nog van zoveel andere dingen.

laat los

gooi alles naar buiten, hou het niet binnen, zet het van je af, laat los. er is teveel dat binnen geen lucht krijgt, niet wordt opgelost, verzuurt, aanhoudt. maak er komaf mee, schop het de deur uit, zet het op straat, laat het je niet ringeloren, maak schoon schip. het zal een opluchting zijn, er waait een frisse wind, het zet de poorten open, het zuivert de luchten. het lijkt een nieuwe hemel, het lijkt een nieuwe aarde. maak ze!

landen

waar komt de fascinatie van mensen voor sommige landen vandaan? ze willen er vaak naartoe, ze zijn speciaal geïnteresseerd in de cultuur en de geschiedenis en de landschappen, ze kunnen er niet genoeg van krijgen en zetten ze steeds weer bovenaan op hun verlanglijstje. zijn er voorouders in het spel die daar vandaan komen, is er een vreemde zielsverwantschap, welke dingen trekken welke mensen waarom juist aan? het is er hun tweede thuis, de mensen liggen hen, er is om welke reden dan ook een speciale band, het is een soort grote vriendschap. ze gaan er steeds weer naartoe, altijd meteen vertrouwdheid plus nieuwe elementen, altijd beamen: ja, dit zijn plaatsen naar mijn hart.

zondag 14 juni 2009

bibblok

tijdens de examens blokt hij het liefst in de bibliotheek. daar zijn zowat alle tafels nu volzet, daar spitst ieder zich toe op dezelfde onvermijdelijke inspanning. daar moet er veel in de gezamelijke hoofden. daar weet men van elkaar waar men voor staat, waar men doorheen moet. daar weet men zich aan elkaar gesterkt. daar is de concentratie te snijden en als men naar de andere gezichten kijkt krijgt men weer moed: komaan! en als 's avonds dan de deuren dicht gaan weet men dat men het volle pond heeft gegeven, alle verleiding was weg. daar nu toch misschien even aan toegeven, in de verdiende rustige avond, voor de verkwikkende nacht.

vrijgezellen

voor het vrijgezellenuitje maken ze een vlot met tonnen, latten, touw, ergens in een stille hoek van het kanaal. de vrienden hebben voor het gerief gezorgd, de toekomstige bruidegom moet nu maar architect zijn. gezoek en geploeter, ze lachen zich krom, en straks in de stad wordt het nog een beetje meer feestboel. daarna wacht het huwelijksbootje, het klinkt zo statig, zo netjes en afgewerkt. toch is het ook nog maar een ruw plan, met enkel basisingrediënten. er zal ook verder aan uitgekiend moeten worden, gepland, hertekend, herbouwd. als het stokt, moet men het toch weer doen vlotten en wiegen en deinen op een grote zee.

vrijdag 12 juni 2009

uit de bol

ze vond dat hij nu maar eens uit de bol moest gaan. niet langer ingehouden, braaf, schuchter, halfjes - maar voluit, hoogste versnelling, zotste kuren, luidste oerkreet, diepste nood. zich uiten, zich manifesteren, zich laten gelden, zich laten zien, meer dan 100 % aanwezig zijn, alle ledematen tot hun verste reikwijdte uitstrekken, gek dansen, op de tafel springen, achter de haag vandaan, in the picture blinken, zich manifesteren, bruisen en brullen: oef, - en kijk: hier is hij!

donderdag 11 juni 2009

arm in arm

je ziet ze lopen, arm in arm, verbonden. meestal zijn het vriendinnen, of verliefde koppeltjes die nog niet veel meer durven, of oudere koppels die steun zoeken bij elkaar. het is prettiger een tweespan te zijn dan alleen. niemand houdt je tegen om te vragen: "mag ik aan je arm hangen?" maar aangenamer is dat iemand anders je zèlf vraagt: " wil je wat aan mijn arm hangen?" want dat is een aanbod van begrip en vriendschappelijkheid. "arm in arm is zo warm, hand in hand is zo plezant!" - zo klinkt het terecht en nog altijd herkenbaar in een oud volksliedje waardoor je je zó wil laten meeslepen.

studiereis

in de studiereishotelkamers sms-en en bellen jongens en meisjes van 14-15 van middernachtelijk tot in de vroege ochtenduurtjes naar elkaar. de vader ziet het allemaal aan de gsm-rekening van de zoon die hij moet betalen: datum, tijd, uren en minuten. hij weet nu, hij kan allerlei vermoeden maar de zoon laat niets los, hij glimlacht zonder veel meer. boos worden helpt niet: iedereen is jong geweest. en het was prettig, ongetwijfeld, het heimelijke bellen, misschien de afspraakjes, misschien de wisselingen van kamer, misschien de sterke verhalen, misschien de proberende gebaren, misschien een gestolen kus, misschien...de vader vermoedt maar de zoon laat hem raden, en is dat niet zoals het altijd al geweest is en zal zijn?

verhaal

je moet je eigen verhaal vertellen. wat je meemaakte wordt dan ook echt bewaarheid. wat je ervaren hebt wordt dan intenser. wat van jou alleen was wordt dan van velen. je leven wordt een ingewikkelde roman met meer decors en veelzijdiger plots. er zijn meer personages, je bestrijkt een grotere ruimte. er zijn meer toehoorders, er is wederwoord en er zijn vragen. je kijkt in meer ogen, je dringt door in meer harten, je bent meer verspreid dan in stilte. je wordt een beetje je eigen legende om af en toe sterkte aan op te doen en je te vermeien in wat er vroeger in en om je was en wat met je gebeurde. je moet je eigen verhaal vertellen, er in opgaan en heel, heel goed luisteren.

mogelijkheden

als leek aan de piano gaan zitten en in alle mogelijke vingercombinaties alle mogelijke toetsen proberen. alles lijkt nieuw, en veel is mogelijk. je bent niet langer verbaasd dat er ooit zoveel voor klavier is gecomponeerd: de klankenreeksen in allerlei ritmes zijn eindeloos.
ga aan het onbekende zitten, en bekwaam je stilaan en verken verder: vaak valt je mond dan open: waw!

bezig

in beweging en bezig zijn: het beste voor positieve gedachten. de negatieve borstel je buiten, denk maar dat je in volle lenteschoonmaak bent en er is geen tijd om te verpozen: alle winterstof en spinnenwebben buiten, hopla, en zingen bij het werk!

jong en oud

een doordeweekse ochtendmarkt in een licht verregend badplaatsje aan de kust. je kan er niet naast kijken: overal oude mensen, in koppels, op krukken, alleen, met de hond of met de koets en het kleinkind. iedereen houdt zich kranig en keurt schoenen en kleding en bloemen. daar komt er een klasje leerkracht met kinderen doorgewandeld. o, de zegen van de jeugd!

vroeger en nu

nu komt hij bij zijn schoonzus de hoog opwoekerende klimop van de muren snoeien. in zijn werkend leven deed hij veel arbeid op de knieën: hij zat in de aardbeienteelt en het witloof.
allemaal dicht tegen de grond, meneer, en vermoeiend aan de rug. maar hij zingt de lof van de aardbeien die nog tussen bedjes stro in volle grond werden geteeld, en die van het grondwitloof dat nu voor 95 procent hydrocultuur is geworden. het is er niet op verbeterd zegt hij, en ook op hem, boven de zeventig toch, zit er sleet, maar hij houdt zich zo goed als het kan. tuinkarweitjes opknappen bij vrienden en familie, en zo ergens komen, en zijn deel hebben aan de babbel en de gang van het leven.

dinsdag 9 juni 2009

kersenpit

kersenpitkussen. een mooi woord als je het in al zijn lettergrepen opdeelt. honderden kersenkernen –ooit natuurlijk in vruchtvlees aan bomen - ritselen nu in een sterke omhulling met lieflijk motief, en gaan dan voor opwarming de microgolfoven in. ze verlichten moeë ruggen en doffe ledematen als de bezitters ervan zitten in zetel of liggen in bed – goeddoend als knuffels voor kleuters.

opbouw

geloof in opbouw. iets lijkt een onoverkomelijke klus, een onmenselijke taak, een eindeloos project. toch beginnen met de eerste stap, het fundament. en altijd verder, en hoger, gestadig, langzaamaan maar vastberaden. het een haakt in op het ander, het vervolg vindt sterkte in de voorloper, de ranke toren heeft een brede basis. leg hem steen voor steen, beetje bij beetje, voet bij stuk. kijk op tijd om, blik even terug, verbaasd hoe ver je al bent. bouw op, bouw aan, bouw verder. elke tocht heeft een einddoel waar je verzaligd neerzinkt.

staal

"je staat er voor en je moet er door!" - ook al rijmt het op het eerste gezicht niet met je karakter.
vermanning dus, verharding tot staal, verstrenging tot sterkte.

maandag 8 juni 2009

stil leven

een huis en kamers worden pas echt een stilleven als het leven stilvalt. de oude man die alleen woonde en plots ging - alles van bloemen en vaasjes en potjes staat nog voor zijn ramen zoals altijd als ik er voorbijrij, al jaren en jaren. de gordijnen, de rolluiken, de brievenbus, de bomen errond in al hun seizoenen - niets lijkt veranderd. maar de deuren blijven wel dicht, en in de brievenbus vallen steeds minder brieven. en later zullen de kinderen komen, en overal opruiming moeten houden. dan staan het papier, het groot vuil en het oud ijzer buiten. dan zal er verkocht worden en zal er stilaan nieuw leven in het nu zo merkwaardig stille huis terugkeren.

bereid

je brijzelt broodkruim en kneedt gehaktbrij plus een ei met eigen handen. dan rol je balletjes voor in de soep - en laat het liefst tomatensoep maar zijn. groot en klein wil volle borden. het werk is rap verdwenen in al die hongerige magen. alles ongeveer van wat we eten is bereid. en iemand, altijd, was bereid om dat te doen. tegen poen, of liefst uit liefde.